Jesaja 64,1-9

 


1
Ach, mocht ge de hemel openscheuren en neerdalen
zodat de bergen voor u wankelen;
2
Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet
zoals vuur water laat bruisen;
om uw naam te doen kennen aan uw benauwers
zodat voor u de naties beven
3
omdat ge geduchte daden doet
die wij niet durven verwachten.
Mocht ge neerdalen
zodat de bergen voor u wankelen.
4
Vanouds heeft niemand ervan gehoord
heeft geen oor het beluisterd
heeft geen oog het gezien:
een God buiten u
die een daad verricht voor wie op hem hoopt.
5
Gij komt tegemoet
wie vrolijk gerechtigheid doet.
Dan gedenken ze u op uw wegen.
Zie, gij zijt vertoornd.
Wij zondigden
op die [wegen] voor immer.
Zouden wij dan bevrijd worden?
 
6
We zijn geworden als een onreine, wij allen
al ons rechtvaardig gedrag werd als bezoedelde kleding.
We zijn verwelkt als loof, wij allen;
onze schuld draagt ons weg als de wind.
7
Er is niemand die uw naam nog aanroept
die wakker vasthoudt aan u.
Ja, ge verbergt uw aangezicht voor ons
en laat ons wegsmelten in de greep van onze schuld.
 
8
En toch, JHWH, gíj zijt onze vader
wij zijn het leem en gij onze boetseerder
het maaksel van uw handen zijn wij allen.
9
Wees, JHWH, niet te zeer vertoornd
en gedenk niet voor altijd de schuld.
Kijk dan toch, uw volk zijn wij allen.
Scroll naar boven