1 Timoteüs 2,1-7
- Vertaling: Harry Pals
- voor 4 juli 2010: 3e van de zomer (C-jaar)
- uit 1 Timoteüs: 1 Timoteüs 2,1-7
Het doen van de gebeden in de gemeente — ter bevrijding
1
Dus roep ik allereerst op
tot het doen1 van gebeden
— voorbeden, pleidooien, dankzeggingen —
voor alle mensen,
2
3
Dat is goed en welkom
voor onze Bevrijder: God4,
4
die wil dat alle mensen bevrijd worden
en tot waarachtig inzicht5 komen.
7
Daartoe ben ik10 aangesteld
als heraut en gezant
— wat ik zeg is waarachtig11, ik lieg niet –,
als leraar van de volken, in waarachtig geloofsvertrouwen12 .
Noten
-
dat actieve werkwoord laat de NBV helaas weg↩︎
-
‘die over ons gesteld zijn’ heeft de Naardense Bijbel — dubieus↩︎
-
met εὐσέβεια vertaalt de LXX יִרְאָה↩︎
-
de volgorde is opvallend, dus ook zo vertalen↩︎
-
geen lidwoord, zoals de Willibrordvertaling↩︎
-
bewust dubbelzinnig vertaald; de NBV vertaalt: ‘er is maar 1 God’↩︎
-
geen lidwoord, zoals Statenvertaling, NBG ’51, Willibrord en NBV↩︎
-
geen voorzetsel, dus geen ‘in’ of ‘op’↩︎
-
of ‘de geëigende tijden’ of ‘zijn eigen tijd’↩︎
-
met nadruk↩︎
-
zegt meer dan ‘waar’, zo ook in vss. 4 en 7d↩︎
-
Willibrord ‘in het ware geloof’ klinkt heel ouderwets dogmatisch↩︎