Matteüs 26,1-75
- Vertaling: Frank Wiersma
- voor 22 april 2011: Goede Vrijdag (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 26,1-75
Maaltijd, overlevering en veroordeling
Noten
-
Raymond Brown “The Death of the Messiah” (2 vols New York etc. 1994) levert een overvloed aan materiaal. Zie ookR.H.Gundry The use of the OT in St. Matthews Gospel, Leiden 1967↩︎
-
Namelijk de gelijkenissen over waakzaamheid en wat aan de minsten wel of niet werd gedaan. Merk op 25:14 – apodemeo = van zijn volk weggaan, de laatste gelijkenis van hem die van zijn volk weggaat.↩︎
-
Dus op de derde dag↩︎
-
Vlgs Josephus (Oorlog) is Pascha ook in Griekse Jodendom ingeburgerd. Ex. 12:1-13:16↩︎
-
Kajafas, familienaam, zie: Mat. 26:3: 57, Luc. 3:2, Joh. 11:49, Joh. 18:13f (schoonzoon van Annas), 24, 28, Hand. 4:6↩︎
-
Cf Mar. 14:1 i.v.m. Ps. 31:14 en Ex. 21:14↩︎
-
Lett: huis van de arme, meer dan een geografische plaatsbepaling?↩︎
-
Allen hier en Mar. 14:3↩︎
-
Mirre: Ex. 30:23, Ps. 45:9, Spr. 7:17, Hoogl. 1:13, 3:6, 4:14, 5:1, 5, 13, Ez. 27:20, Mat. 2:11, 26:7, 9, 12, Mar. 14:3vv, 15:23, Luc. 7:37f, 46, 23:56, Joh. 11:2, 12:3, 5, 19:39, Op. 18:13↩︎
-
Cf Mar. 14:7↩︎
-
ἵστημι als vert van שָׁקַל, afwegen vaak in LXX; Zie ook Mat. 27:10, dertig zilverstukken: Zach. 11:12-13, waar sprake is van sjekels = recompensatie voor een slaaf: Ex. 21:32, cf. Jer. 32:9. Gen. 37:26-28, maar Origines (Exod.Hom.1:4) noemt dertig zilverstukken, zoals in Mat. 26:15↩︎
-
Laatste van de Vier Vragen in de Seder: “Waarom liggen in deze nacht allemaal aan?”↩︎
-
Cf. Ps. 41:10. παραδίδωμι in LXX voor God die de slechten overlevert in de handen van hun tegenstanders↩︎
-
nl. met charoset↩︎
-
“Gezegend gij Adonai onze God, koning der wereld, die ons heiligt door zijn geboden en ons gebood aangaande het eten van het brood” (= matze)↩︎
-
“Gezegend gij Adonai onze God, schepper van de vrucht van de wijnstok”↩︎
-
Hallel: Ps. 113-118 of 136↩︎
-
Cf. Zach. 14:4 en Hand. 1:12. Het volgende vertoont trekken van 2Sam. 15:30vv waar David de stad uitgaat (exerchestai) en Achitofel zich verhangt, 2Sam. 17:23, met Judas de enige in de schrift.↩︎
-
Cf. Zach. 13:7↩︎
-
Γεθσημανῆ Gat-Sh’manim van (שֶׁמֶן גַּת)= oliepers↩︎
-
λυπεῖσθαι rijmt op Περίλυπός in volgende vers. Cf. Ps.42:6 en 12; Ps. 55:5-6 LXX↩︎
-
Het lijden van de rechtvaardige bv. Ps. 22, 31, 39, 43, 55:2-6, 116:10-15)↩︎
-
Cf. 4Q372: אָ֣בִי↩︎
-
Cf. Mar. 14:36 en Luc. 22:42↩︎
-
Cf. Zach. 12:2↩︎
-
Cf Mar. 14:36, Mat. 26:42, Luc. 22:42a en b. duidelijke parallellen met Onze Vader↩︎
-
Oorspronkelijk al Semitische beeldspraak zoals blijkt uit o.a. 1QS11:12↩︎
-
Alleen bij Mat driemaal: 36-37 – Jezus komt en neemt … met zich mee; 38-44 – Jezus bidt driemaal; 45-46 – Jezus komt voor de laatste keer↩︎
-
45-46 laatste woorden tot leerlingen; 52-54 idem individuele leerling; 55-56 idem tot menigte↩︎
-
Zie! Ook in vers 46 met nabijgekomen (ἐγγίζω) en in 51↩︎
-
Menigte, schare, zoals in Mat. 13:2, 14:13-15, 15:30-31, 21:8,9,11↩︎
-
Ook hier de achtergrond van 2Sam. 15:37: Husai vriend van David.
Jezus Sirach 37:2 “Is het geen bijna dodelijk verdriet (lupe) wanneer je vriend (hetairos) en maker (filos) in een vijand vernadert?”↩︎
-
Of: Daarom ben je hier↩︎
-
Volgeling van Jezus, die van de seidermaaltijd komt met een zwaard? Waarschijnlijker een toegewijde omstander? Cf. Mat. 10:34↩︎
-
Mat. 26:52-54 Sondergut, wellicht afkomstig uit vroegchristelijke traditie? Cf Mat. 5:39 en Mat. 10:39↩︎
-
Cf Gen. 9:6↩︎
-
Cf 1Kon. 19:5-8 en Ps. 91:11-12. Ook Joz. 5:14 en Dan. 12:1. Twaalf i.v.m. 12 afwezige leerlingen?↩︎
-
δεῖ zoals in Mat. 16:21 het moet zo van Godswege “ex ouranos” (Breukelman) zoals onderweg naar Emmaus. Voor Mat begint het verhaal van het lijden met Zach. 13:7 en vindt een hoogtepunt in Ps. 22:2vv, zo ook i.d.z.v. Dan. 2:28-29 en 45↩︎
-
Zitten als teken van leren met gezag: Mat. 5:1-2, Mat. 13:1-3, 23:2-3↩︎
-
Niet door Marcus genoemd↩︎
-
Twee getuigen cf. Deut. 17:6, Deut. 19:15, Num. 35:30, QTempelRol 61:6-12↩︎
-
Cf. Petrus in Mat. 16:16; zie ook Mat. 27:54↩︎
-
Mat gebruikt hier presens!↩︎
-
ἀπ’ ἄρτι = van nu af, zoals ook in Mat. 23:39 en Mat. 26:29 i.t.t. Luc. 22:69 ἀπὸ τοῦ νῦν = vanaf heden↩︎
-
δύναμις in overeenstemming met vs 61: Ik kan….↩︎
-
Cf. Dan. 7:13↩︎
-
Alleen bij Mar. / Mat. cf. 2Kon. 18:37↩︎
-
Cf. Deut. 21:22 “חֵ֛טְא מִשְׁפַּט־מָ֖וֶת” Cf. Lev. 24:16 en dan ook Hand. 6:11,14↩︎
-
In midden 2de eeuw Mishan Baba Qamma 7.7 verbiedt het hebben van pluimvee in Jeruzalem↩︎