Ruth 1,1-22
- Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis
- voor 27 mei 2012: Pinksteren (B-jaar)
- uit Ruth: Ruth 1,1-22
Noten
-
Vertaling: Ruth. Een vertaling om voor te lezen. Societas Hebraïca Amstelodamensis, licht bewerkt. O.a. is u van de schoondochters in jou veranderd, is de archaïsche gebiedende wijs pluralis (gaat!) vervangen, en een enkele andere aanpassing ter wille van de (voor)leesbaarheid. Joep Dubbink↩︎
-
Elimelech. Deze naam betekent: ‘Mijn God is koning’. ↩︎
-
Machlon en Kiljon. In deze Hebreeuwse namen kan men de betekenis horen van ‘Zieke’ en ‘Afgeschrevene’.↩︎
-
JHWH. De vierletterige Godsnaam JHWH wordt volgens Joodse traditie uitgesproken als ‘Adonai’ (Hebr. = ‘Heer’) of als Ha Sjem (Hebr. = ‘de Naam’). Voor een Nederlandse weergave van de Godsnaam kieze men: ‘Heer’.↩︎
-
De dood. In het Hebreeuws is het zelfstandig naamwoord voor ‘dood’ van dezelfde woordstam als het werkwoord dat weergegeven is met ‘sterven’ (1:3,5,8,17; 2:20; 4:5,10). Zie ook: 2:11.↩︎
-
Noömi en Mara. Deze namen betekenen ‘Lieflijke’ en ‘Bittere’. ↩︎
-
Sjaddai. Een vertaling van de Godsnaam Sjaddai, die met name in de aartsvaderverhalen voorkomt (Gen. 17:1;28:3;35:11;43:14;48:3 en Ex. 6:3) is moeilijk te geven. Sinds de Griekse vertaling van de Hebreeuwse tekst kiest men wel voor de weergave ‘Almachtige’.↩︎