1 Korintiërs 2,1-5
- Vertaling: Gerda van Deelen
- voor 9 februari 2014: 5e na Epifanie (A-jaar)
- uit 1 Korintiërs: 1 Korintiërs 2,1-5
1 Ook ik, toen ik naar jullie toe kwam, broeders en zusters,
kwam ik jullie niet met superioriteit in woorden of in wijsheid
het geheimenis1 van God verkondigen.
2 Want ik had mij voorgenomen
onder jullie niemand te kennen dan Jezus Christus,
die zelfs gekruisigd is.
3 Ook kwam ik in zwakheid naar jullie toe en in vrees en veel beven.
4 Mijn rede en mijn prediking waren niet met overredende woorden van wijsheid,
maar met betoon van geest en kracht,
5 opdat jullie geloof niet zou bestaan
in de wijsheid van mensen
maar in de kracht van God.
6 Toch spreken wij wijsheid onder degenen die rijp zijn,
maar dat is niet de wijsheid van de wereld2
noch van de regeerders van deze wereld,
die ten onder gaan;
7 maar wij spreken,
als een geheimenis,
de verborgen wijsheid van God,
die God voorbeschikt heeft voor de wereld er was
tot onze heerlijkheid3 .
8, welke geen van de regeerders van deze wereld heeft geweten,
want als ze haar geweten hadden,
hadden ze de Heer van de heerlijkheid niet gekruisigd.
Noten
1: mysterion, wat tevoren niet geopenbaard was
2: van het bestel van deze wereld
(3): veel dorpen waren vroeger zgn. heerlijkheden die onder het bestel van een (jonk)heer vielen, zoals nu nog Eemdijk of Bunschoten/Spakenburg