Kolossenzen 3,5-17
- Vertaling: Harry Pals
- voor 15 februari 2015: 6e na Epifanie (B-jaar)
- uit Kolossenzen: Kolossenzen 3,5-17
Het nieuwe leven
Nu wordt de brief heel concreet…
Noten
-
ik probeer zo de heftigheid van de briefschrijver te laten doorklinken; NBV `laat afsterven´↩︎
-
NBV vlak `wat aards is´↩︎
-
NBV `ontucht´, verliest de verbinding met het OT-ische begrip↩︎
-
waar haalt de NBV `zedeloosheid´ vandaan?↩︎
-
waar haalt de NBV `lage´ vandaan?↩︎
-
meer dan afgoderij (NB, NBV), het gaat om de dienst aan afgodenbeelden↩︎
-
`wandelen´ (NB) al te archaïsch↩︎
-
grote nadruk, met `nuni´ en uitdrukkelijk `jullie´↩︎
-
de NBV haalt `wat slecht is´ uit het nu volgende rijtje naar voren — waarom?↩︎
-
waar is de mond in de NBV gebleven?↩︎
-
`geen sprake´ vult de NBV aan, is wel verleidelijk, maar de brief gaat verder: Griek en Jood zijn er niet meer als zodanig↩︎
-
zo NB; NBV `innig medeleven´↩︎
-
meer dan `nederigheid´ (NB) en `bescheidenheid´ (NBV)↩︎
-
NBV `vergeven´, daar heeft het bijbelgrieks een ander woord voor, en het is jammer dat de connotatie `genade´ wegvalt↩︎
-
NBV `bovenal´↩︎
-
`volmaakt´ (NB, NBV) is erg absoluut, klinkt onhaalbaar; lett. `de band van de voltooiing´↩︎
-
specifieker dan `heersen´ (NB, NBV)↩︎
-
NBV haalt met `de woorden´ de kracht van het beslissende woord weg↩︎
-
beter dan het archaÄ«sche `vermanen´(NB en NBV)↩︎
-
zegt meer dan het afgesleten `geestelijke´; NBV: `die de Geest u vol genade ingeeft´↩︎