Marcus 11,11-25

 


Werkvertaling Marcus 11: 11– 25

11
Toen kwam hij Jeruzalem binnen, in de tempel.
En nadat hij alles rondom bezien had,
vertrok hij, toen het reeds laat geworden was,
naar Bethanië, met de twaalven.
12
En de volgende dag toen ze van Bethanië uitgingen,
had hij honger.
13
Toen hij in de verte een vijgenboom zag, die blad had,
ging hij er heen, of er iets in haar te vinden zou zijn.
En bij haar komende vond hij niets behalve blad,
want het was de tijd voor vijgen niet.
14
En hij antwoordde en zei tot haar
Moge nooit, voor eeuwig, iemand meer vrucht van jou eten!
En zijn discipelen hoorden hem.
 
15
Dan komen zij in Jeruzalem.
16
En de tempel ingaande,
begon hij de verkopers en de marktlieden
die in de tempel waren, er uit te gooien,
de tafels van de geldwisselaars
en de stoelen van de duivenverkopers wierp hij omver.
17
en hij liet niet toe dat iemand een voorwerp door de tempel droeg.
Hij leerde en zei tot hen:
Is er niet geschreven:
Mijn huis zal genoemd worden:1
een huis van gebed voor alle volkeren!
Jullie echter hebben het tot een bandietengat gemaakt.
18
Toen de overpriesters en schriftgeleerden dit hoorden
zochten ze een manier om hem uit de weg te ruimen.
Want ze waren bevreesd voor hem,
omdat heel de menigte versteld stond over zijn leer.
19
En toen het avond geworden was,
reisde hij buiten de stad.
 
20
En toen ze er ´s morgens vroeg langs reisden,
agen ze de vijgenboom,
die verdord van de wortel af was.
21
En Petrus herinnert het zich en hij zegt tot hem:
Rabbi, zie de vijgenboom die u vervloekt had, is verdord.
22
En Jezus zegt tot hen:
Houd geloof aan God.
23
Amen, ik zeg jullie:
wie tot deze berg zou zeggen:
Word opgenomen en in de zee geworpen,
en hij zou niet twijfelen in zijn hart,
maar geloven, dat wat hij zegt gebeurt, het zal zo voor hem zijn.
24
Daarom zeg ik jullie:
alles wat jullie bidden en vragen,
geloof dat je het ontvangt en het zal zo voor jullie zijn.
25
En wanneer je staat te bidden,
vergeef het, als je iets tegen iemand hebt,
opdat jullie Vader, die in de hemelen is,
ook aan jullie jullie overtredingen vergeeft.
 

Noten

  1. Cf. Jes. 56:7↩︎

Scroll naar boven