Johannes 4,43-54

 


Afdalen in geloof…

Afdalen in geloof….

43
Na twee dagen echter ging hij vandaar verder,
naar Galilea.
44
Want zelf getuigde Jezus,
dat een profeet in zijn eigen vaderland
geen waardering krijgt. —
45
Toen hij dus in Galilea kwam,
ontvingen de Galileeërs hem,
die alles gezien hadden,
wat hij te Jeruzalem tijdens het feest gedaan had.
— Want zelf waren zij ook op het feest gekomen.-
46
Hij kwam dus opnieuw te Kana1 in Galilea,
waar hij het water tot wijn gemaakt had.
 
Ook was er een koninklijk iemand .
wiens zoon ziek2 was, te Kapernaüm.
47
Toen deze hoorde dat Jezus uit Judea
in Galilea aangekomen was,
vertrok hij om tot hem te gaan.
en hij vroeg hem,
om af te dalen en zijn zoon te genezen.
Want hij lag op sterven.
48
Jezus dan zei tot hem:
Als jullie geen tekenen en wonderen zagen3,
zouden jullie geen vertrouwen hebben.
49
Op hem toe zegt de koninklijke persoon:
Heer, daal toch af, voordat mijn jonkie sterft!
50
Jezus zegt hem:
Ga op weg, je zoon leeft!4
Als mens vertrouwde hij op het woord,
dat Jezus tot hem sprak,
en hij ging op weg!
 
51
Juist terwijl hij afdaalt,
kwamen zijn slaven hem tegemoet,
die zeggen, dat zijn jongen leeft.
52
Dus informeerde hij bij hen
naar het uur dat hij opknapte.
Zij zeiden hem dan:
Gisteren, het zevende uur verliet hem de koorts.
53
De vader onderkende dus,
dat dit het uur was,
waarop Jezus hem gezegd had:
Je zoon leeft!
En hij vertrouwde,
hijzelf en al zijn huisgenoten.
 
54
Opnieuw was dit een teken – het tweede — dat Jezus deed,
terwijl hij uit Judea naar Galilea kwam.
 

Noten

  1. Cf. Joh. 2:1-11↩︎

  2. ἀσθενέω — ziek of verzwakt zijn↩︎

  3. Cf. 1Kor. 1:22↩︎

  4. Cf. 1Kon. 17:23↩︎

Scroll naar boven