Hebreeën 9,11-15
- Vertaling: Harry Pals
- voor 19 april 2019: Goede Vrijdag (C-jaar)
- uit Hebreeën: Hebreeën 9,11-15
Christus de eenmalige hogepriester
Ik heb o.a. gebruik gemaakt van de parafrase door Willem Barnard in ‘Binnen de tijd. Het zinsverband der liturgie’, blz. 101. Ik heb de uitleggende bijstellingen van de schrijver aan de Hebreeen in laten springen, zodat de hoofdlijn eruit springt.
Noten
-
NBV ‘is aangetreden’↩︎
-
‘dat ons is toebedacht’ (NBV) is meer dan de grondtekst zegt↩︎
-
zo NB en NBV↩︎
-
ontbreekt in NBV↩︎
-
de NBV heeft 2 x ‘met’, is minder lijfelijk↩︎
-
Barnard ‘eens voor al’, NBV ‘voor eens en altijd’, NB ‘eens en voorgoed’; ‘eenmalig’ beschouw ik als de meest directe en minst ingevulde vertaling↩︎
-
de NBV haalt de aardsheid weg door uit het niets toe te voegen ‘hemelse’↩︎
-
zo NB, anderen ‘verwierf’↩︎
-
zo NB; de NBV voegt ‘het lichaam’ in, als verwijzing naar ‘het vlees’ uit het vervolg?↩︎
-
aanhalingstekens van Barnard, die daaraan voorafgaand parafraseert ‘ons gewone menselijke bestel’↩︎
-
niet bij Barnard en de NBV↩︎
-
NBV immateriëler ‘dankzij’↩︎
-
zo Barnard↩︎
-
NBV ‘heeft kunnen opdragen als offer’↩︎
-
‘aan God’ ontbreekt in NBV↩︎
-
NBV ‘daden die tot de dood leiden’↩︎
-
zo NB↩︎
-
de NBV voegt hier ‘ons’ in, is beperkend↩︎
-
NBV ‘tegen’↩︎