Matteüs 17,1-9
- Vertaling: Nico Riemersma
- voor 8 maart 2020: 2e van de 40 dagen (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 17,1-9
Jezus’ transformatie
Noten
-
Vers 1a-b: de twee werkwoordstijden (paralambano en anafero) zijn een presens historicum.↩︎
-
Het verbum ἀναφέρω (‘opbrengen’) wordt vaak gebruikt in het kader van de offercultus: het brengen van offers (Hebr. 7,27 (2x); Jak. 2,21; 1 Petr. 2,21[24]).↩︎
-
Het verbum μεταμορφόω had ik eerst alleen vertaald met ‘veranderen’, maar heb ik nu weergegeven met ‘werd getransformeerd’. In de daarop volgende zinnen (v. 2b en 2c) lezen we de uitkomst van de transformatie. Vandaar de dubbele punt na vers 2a.
Zie voor het thema van de metamorfose verder: T. Karlsen Seim & J. Økland (eds), Metamorphoses: Resurrection, Body and Transformative Practices in Early Christianity, Berlin/New York 2009.↩︎
-
Het enkelvoud ‘verscheen’ wil duidelijk maken dat het één verschijning was, waarin Mozes en Elia kwamen.↩︎
-
‘Ze vielen op hun gezicht’, zie ook Mat. 26,39, waar Jezus in de hof van Getsemane op zijn gezicht valt, en bidt.↩︎
-
Dat ‘aanraken’ is hier intrigerend; welke functie heeft het hier?↩︎
-
De vertaling met ‘zegt’ is misschien niet heel mooi Nederlands; het kan net. Alternatief is om te vertalen met ‘meldt’.↩︎