Marcus 3,1-6

 


1
En toen hij weer de synagoge binnenging,
was daar een mens met een verdorde (lamme) hand.
2
En zij namen hem waar,
of hij hem op de sabbath zal genezen,
opdat ze hem zouden aanbrengen.
3
Hij zegt tot de mens, die de dorre hand heeft:
Kom in het midden staan!
4
En hij zegt hen:
Is het op sabbath toegestaan goed te doen óf kwaad te doen,
een leven (ziel) te redden óf te doden?
Maar zij zwegen!
5
En terwijl hij hen rondom in woede aanzag,
en diep bedroefd (of: medelijdend) was om de hardheid van hun hart,
zegt hij tot de mens:
Strek je hand!
Hij sterkte (hem)
en zijn hand was hersteld!
6
De Farizeeën vertrokken
en direct hielden ze mét de Herodianen beraad over hem,
hoe hem uit de weg te ruimen.
Scroll naar boven