6e van de herfst, 26 oktober 2014
Matteüs 24,32-46
Inleiding
Herken de tekenen, wees waakzaam!
Vertaling
32Van de vijgeboom kun je deze gelijkenis1 leren:
Wanneer haar takken al week worden
en zij de bladeren laat uitbotten,
herken je
dat het dichtbij2 is: de zomeroogst.
33Zo ook jullie:
wanneer je dat alles ziet,
herken dan
dat het3 dichtbij is, aan de deur4 .
34Amen, ik zeg je,
dat dit geslacht niet voorbij is gegaan5
— zeker niet —
eer dit alles is geschied.
35De hemel en de aarde
— dat6 zal voorbijgaan,
maar mijn woorden gaan niet voorbij — zeker niet.
36Van die dag en dat uur7 weet niemand,
zelfs niet de engelen van de hemelen, zelfs niet de zoon,
slechts de vader alleen.
37Ja8 , zoals het was met de dagen van Noach,
zo zal het zijn met de nadering9 van de mensenzoon.
38Ja, zoals ze in die dagen vóór de zondvloed bleven kluiven en zuipen,
huwen en gehuwd worden,
tot aan de dag dat Noach de ark inging,
39en ze niets herkenden10 ,
totdat de zondvloed kwam
en hen allen wegrukte,
zo zal het ook zijn met de nadering van de mensenzoon.
40Dan zullen er twee (mannen) op de akker zijn —
één wordt meegenomen en één wordt achtergelaten;
41twee (vrouwen) zullen aan het malen zijn in de molen —
één wordt meegenomen en één wordt achtergelaten.
42Wees dus waakzaam,
omdat je niet weet
op wat voor dag je heer komt.
43Dit herken11 je wel:
als de huismeester geweten had
in welke wachttijd de dief zou komen,
was hij blijven waken
en had hij niet in zijn huis laten inbreken.
44Daarom moeten ook jullie (mensen) worden12 die klaarstaan,
omdat op een uur13 waarop je het niet verwacht
de mensenzoon komt.
45Wie is dus14 de betrouwbare en verstandige slaaf
die de heer heeft aangesteld over zijn huishouding
om hun op tijd het voedsel te geven?
46Gelukkig die slaaf
die de heer bij zijn komst zo bezig vindt.
Noten
1 | hoe komt de NBV bij `les´? | 2 | `in aantocht´ (NBV) roept niet de spanning van het bijbelse ἐγγὺς op | 3 | de NBV vult `einde´ is, is een omineuze theologische keuze! | 4 | verdwenen in de NBV | 5 | is `verdwenen zijn´ (NBV) hetzelfde? | 6 | zo NB | 7 | NBV `moment´ | 8 | zo NB | 9 | `komt´ (NBV) is te slap en algemeen voor παρουσία | 10 | dezelfde stam als in vss. 32 en 33; de NBV voegt een object in `dat de vloed zou komen´, maar gaat het niet meer om de tekenen der tijden? | 11 | weer die woordstam uit de vss. 32 en 33 | 12 | uitdrukkelijk werkwoord γίνομαι imp. med. 2p | 13 | NBV `tijdstip´ | 14 | vergeten in de NBV |
|