Lucas 24,35-48

 


35
Zij legden uit wat op de weg… (was gesproken)1
en hoe hij hen kenbaar werd in de breking van het brood.
36
Terwijl zij daarover spraken kwam hij zelf in hun midden staan
en zegt tegen hen:
vrede voor jullie!
37
Angst en vrees beving hen en zij meenden een geest te zien
38
Hij zei hen:
Waarom zijn jullie zo ontzet?
Waarom komen die overwegingen op in jullie hart?
39
Kijk, mijn handen!
En mijn voeten!
Ik ben het zelf!
Voel mij en zie dat een geest geen vlees en botten heeft.
Ik heb die wel, zoals je ziet.
40
Toen hij dat gezegd had liet hij hen zijn handen en voeten zien.
41
En terwijl zij het van vreugde nog niet konden geloven
en verbaasd waren
zei hij tegen hen:
Hebben jullie hier iets te eten?
42
Zij gaven hem een stuk gebakken vis
43
Hij nam het aan en at het voor hun ogen op.
44
Hij zei tegen hen:
die woorden van mij die ik tot jullie gesproken heb
toen ik nog bij jullie was,
dat vervuld moet worden
alles wat over mij geschreven is in de thora van Mozes
en in de profeten en de psalmen —
45
Toen opende hij hun verstand om de schriften te verstaan.
46
Hij zei tegen hen:
zo staat het geschreven, dat de gezalfde2 lijdt3
en opstaat uit de doden op de derde dag.
47
En dat op zijn naam verkondigd wordt:
omkeer tot bevrijding van zonden
aan alle volken te beginnen bij Jeruzalem.
 

Noten

  1. zo vertaald door Hemelsoet/Monshouwer (lucas, 1997)↩︎

  2. ik heb hier niet vertaald met ‘de Christus’ of met ‘de Messias’ omdat dan onwillekeurig aan Jezus wordt gedacht, terwijl mij dat hier niet aan de orde lijkt, aangezien het hier gaat om een schriftcitaat. Het lijden van de gezalfde wordt als iets algemeens bedoeld: de/een gezalfde lijdt, zo gaat dat nu eenmaal.↩︎

  3. in de Griekse tekst staat niet het ‘dei’ dat bv. wel voorkomt in 9,22. Ook in NB,NBG,Statenvertaling wordt vertaald alsof het er wel staat. De NBV vertaalt ‘zal’, maar ook dat is uit de lucht gegrepen. M.i. is het van belang dit ontbreken te respecteren: de gezalfde lijdt, dat is als het ware onvermijdelijk verbonden met het gezalfd zijn en dáárvan getuigen nu ook juist de Schriften. Ik vermoed dat zo ook de verwijzing naar de Schriften in vers 44 begrepen moet worden.↩︎

Scroll naar boven