Lucas 4,14-32

 


In de synagoge van Nazaret

14
Jezus keerde terug naar Galilea in de kracht van de Geest.
In de gehele streek werd over hem gesproken.
15
Hij begon zelf onderricht te geven in hun synagogen.
Hij werd door allen geprezen.
16
Ook ging hij naar Nazaret,
waar hij opgegroeid was
en ging, zoals hij gewoon was,
op de sabbatdag naar de synagoge.
Daar stond hij op om voor te lezen.
17
Men gaf hem het boek van de profeet Jesaja.
Hij opende het boek en vond de plaats waar geschreven stond:
 
18
De geest van de Heer is op mij.
Hij heeft mij gezalfd.
Om goed bericht te verkondigen aan armen,
heeft hij mij uitgezonden,
19
om vrijheid uit te roepen voor gevangenen
en voor blinden het gezicht,
om verdrukten heen te zenden in vrijheid,
om uit te roepen een jaar dat welgevallig is voor de Heer.
 
20
Hij sloot het boek, gaf het terug aan de dienaar en ging zitten.
Aller ogen in de synagoge waren vol spanning op hem gericht.
21
Toen begon hij tot hen te spreken en zei:
Heden is dit schriftwoord voor uw oren vervuld.
22
Allen betuigden hun instemming met hem
en verwonderden zich over de woorden van genade
die van zijn lippen kwamen.
Men zei:
Is dat niet de zoon van Jozef?
23
Maar hij zei tegen hen:
Zeker zullen jullie dit spreekwoord tegen mij zeggen:
Geneesheer, genees u zelf.
De dingen, waarvan wij gehoord hebben dat die gebeurd zijn in Kapernaum,
doe die ook hier in jou vaderstad!
24
Hij zei:
Waarlijk, ik zeg jullie:
geen enkele profeet wordt aanvaard in zijn vaderstad.
25
Naar waarheid zeg ik jullie dat er in Israël vele weduwen waren
in de dagen van Elia,
toen de hemel gesloten bleef
gedurende drie jaar en zes maanden,
zodat er een grote hongersnood was in het hele land.
26
Naar niemand van hen werd Elia gezonden,
maar wel naar Sarepta, bij Sidon,
naar een vrouw die weduwe was.
27
Ook waren er veel leprozen in Israël ten tijde van de profeet Elisa,
maar niemand van hen werd gereinigd,
behalve Naäman, de Syriër.
28
Allen in de synagoge werden vervuld van woede toen zij dat hoorden.
29
Zij stonden op en gooiden hem de stad uit.
Zij voerden hem naar de rand van het bergplateau,
waarop hun stad gebouwd was,
om hem daarvan af te gooien.
30
Maar hij ging midden tussen hen door en vertrok.
31
Hij daalde af naar Kapernaüm, een stad in Galilea
en trad op als leraar op de sabbat.
32
Men stond versteld over zijn onderricht,
want zijn woord was met gezag.
Scroll naar boven