Lucas 6,17-26

Hij daalde met hen af en bleef staan op een vlakke plaats.

Er was een grote schare van zijn leerlingen en een grote menigte volk

uit heel Judea en Jeruzalem en het kustgebied van Tyrus en Sidon.

Zij kwamen om hem te horen en om genezen te worden van hun ziekten.

Ook degenen die gekweld werden door onreine geesten werden geheeld.

De gehele schare probeerde hem aan te raken,

want er ging kracht van hem uit en hij genas allen.

Toen hief hij zijn ogen op naar zijn leerlingen en zei:

Zalig jullie armen,

want van jullie is het Koninkrijk van God.

Zalig jullie die nu dorsten

want je zult verzadigd worden.

Zalig jullie die nu wenen,

want je zult lachen.

Zalig zijn jullie wanneer de mensen jullie haten uitstoten en beschimpen

en jullie naam als slecht verwerpen,

omwille van de mensenzoon.

Wees verheugd op die dag en dans, want zie:

jullie loon is groot in de hemel.

Op dezelfde manier hebben hun vaderen gedaan met de profeten.

Maar ach jullie, wanneer je rijk bent in deze wereld,

want je hebt je vertroosting reeds.

Ach jullie, wanneer je nu boordevol zit,

want je zult hongeren.

Ach jullie, die nu reden lachen,

want je zult jammeren en wenen.

Ach jullie, wanneer alle mensen goed van jullie spreken,

want op dezelfde manier hebben hun vaderen gedaan met de leugenprofeten.