Matteüs 22,34-46

 


34
De Farizeeën, die hoorden
dat hij de Sadduceeën tot zwijgen had gebracht,
verzamelden zich bij hem.
35
Eén van hen, een Torageleerde1,
vroeg hem om hem op de proef te stellen:
36
Meester, wat is het grote gebod2 in de Tora?
37
Hij zei hem:
je zult de Heer, je God,
liefhebben met heel je hart en met heel je ziel en met heel je verstand3 ;
38
dat is het grote en eerste gebod.
39
Het tweede is daaraan gelijk:
je zult je naaste liefhebben,
(hij is) zoals jezelf4
40
Aan deze twee geboden hangt heel de Tora en de profeten.
 

Noten

  1. Aangezien het hier om de Tora handelt leek het mij beter om dat woord hier ook te gebruiken en aldus onderscheid te maken tussen ‘de wet’ zoals wij die kennen en de wet die hier bedoeld wordt. Zie ook de vertaling van Chouraqui: un maître de la Tora.↩︎

  2. Het grote gebod, oftewel het kelal gadol, kan worden opgevat als een samenvatting van alle geboden in de Tora.↩︎

  3. In Deut. 6,5 vind je i.p.v. verstand: kracht↩︎

  4. Mij lijkt het een discussie waard, wat hier precies wordt bedoeld: een aansporing tot eigenliefde? Of is het meer een uitleg, dat de naaste net zo’n mens is als jijzelf?

    Zie ook de vertaling van Martin Buber van Lev. 19, 18: Halte lieb deinen Genossen,

    dir gleich.↩︎

Scroll naar boven