Matteüs 4,12-22

 


Licht over Galilea

12
Toen hij (Jezus) hoorde dat Johannes overgeleverd was,
week hij uit naar Galilea.
13
En Nazareth achter zich latende,
ging hij wonen in Kapernaum langs de zee,
in de streken van Zebulon en Naftali.
14
Opdat vervuld zou worden
het woord dat gesproken is door de profeet Jesaja:
15
´land van Zebulon en land van Naftali,
aan de zeeweg en de overzijde van de Jordaan,
Galilea der heidenen:
16
het volk,dat gezeten is in duisternis
ziet een groot licht
en zij die gezeten zijn in een gebied van doodsschaduw,
licht gaat over hen op.´
 
17
Vanaf toen begon Jezus te verkondigen en te zeggen:
´Keer je om,
want het koninkrijk der hemelen
is nabij gekomen !´
18
En terwijl hij rondging langs de zee van Galilea,
zag hij twee broers:
Simon, die genoemd wordt Petrus,
en Andreas, zijn broer.
Zij waren bezig een werpnet in zee uit te gooien,
want zij waren vissers.
19
En hij zei tot hen:
kom achter mij,
ik zal jullie tot vissers van mensen maken !
20
Terstond lieten zij de netten achter
en volgden hem.
21
En vandaar verdergaande zag hij twee andere broers:
Jacobus van Zebedeüs en Johannes zijn broer.
In het schip van hun vader Zebedeüs,
maakten zij hun netten in orde.
En hij riep hen.
22
En terstond verlieten zij het schip en hun vader
en zij volgden hem.
 
Scroll naar boven