Ezechiël 1,22-28

 


26
En boven het hemelgewelf dat zich boven hun hoofd bevond
[was] iets wat op een troon leek die er uitzag als een saffier.
Daar bovenop
op dat wat op de troon leek
leek iets [te zijn] dat er uitzag als een mens.
27
En ik zag
van wat er uitzag als zijn heupen naar boven
[iets] als de aanblik van witgoud
zoals een vuur er uitziet dat rondom een behuizing heeft.
En van wat er uitzag als zijn heupen omlaag
zag ik wat er uitzag als een vuur
en rondom hem [was] een lichtglans.
28
Zoals de boog er uitziet
die in een wolk verschijnt op een regendag
zo zag de lichtglans rondom eruit.
Zo zag wat leek op de heerlijkheid van JHWH eruit.
Scroll naar boven