Marcus 7,1-23

 


handen of hart

De vertraging in het apostlaat blijkt niet zinloos te zijn. Want juist in het gesprek met de traditie, hier vertegenwoordigd door schriftgeleerden uit Jeruzalem, komen de zaken op scherp te staan. Is bezoedeling een innerlijk of uiterlijk gebeuren..? Het antwoord heeft consequenties.

1
Als de Farizeeën zich dan bij hem verzamelen,
kwamen er ook enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem
2
en toen zij zagen,
dat sommigen van zijn leerlingen met bezoedelde,
dat wil zeggen met ongewassen handen,
hun brood eten.
3
— want de Farizeeën en al de Joden eten niet
zonder de handen stevig gewassen te hebben.
4
waarbij ze zich houden aan de voorouderlijke overlevering.
En als ze van de markt komen eten ze niet
voor zich besprenkeld te hebben.
Zo zijn er nog tal van andere zaken,
die zij aangenomen hebben om zich er aan te houden,
zoals het dompelen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk. —
5
Dus bevragen de Farizeeën en schriftgeleerden hem:
Waarom wandelen uw leerlingen
niet volgens de overleving van de voorouders,
maar eten zij brood met bezoedelde handen?
6
En hij zei tot hen:
De profeet Jesaja heeft wel mooi over jullie schijnheiligen geprofeteerd,
zoals geschreven is:
Dit volk eert mij met de lippen,
maar hun harten blijven ver van het mij,
7
tevergeefs eren zij mij,
terwijl zij geboden van mensen leren als onderricht.
8
Het gebod van God laten jullie na,
om je te houden aan de overlevering van mensen.
9
En hij zei:
Jullie stellen het gebod van God dus mooi buiten werking,
om jullie overlevering in acht te nemen.
10
Want Mozes zegt:
Eer uw vader en uw moeder!
En:
Wie z’n vader of moeder vervloekt zal de dood sterven.
11
Maar jullie zeggen:
Indien een mens zijn vader of moeder zegt:
het is korban,
dat wil zeggen een gewijde gave,
dat wat jullie van het mijne ten nutte kan komen,
dan laat je dus iemand niet toe
iets voor zijn vader of moeder te doen.
13
en is het woord van God krachteloos gemaakt
door de overlevering, die jullie overleveren.
En soortgelijke dingen doen jullie vele.
 
14
Opnieuw riep hij de menigte tot zich en zei hen:
Hoor allen en versta het wel:
15
Er is niets wat van buitenaf de mens binnentrekt,
dat hem kan bezoedelen.
Maar die dingen die vanuit een mens naar buiten trekken,
die zijn het, die de mens bezoedelen.
16
Wie oren heeft om te horen, die hore!
17
Toen hij los van de menigte een huis binnenging,
bevroegen zijn leerlingen hem naar de gelijkenis.
En hij zegt tot hen:
Zijn jullie dan zo onverstandig?
18
Begrijpen jullie niet,
dat al wat van buiten de mens binnentrekt,
hem niet bezoedelen kan?
19
Want het trekt niet binnen in het hart,
maar in de maag, om het als ontlasting te verlaten.
20
en daarmee verklaarde hij al het voedsel rein en zei:
wat van de mens uittrekt, dat is wat de mens bezoedeld
21
Want van binnenuit, uit het hart van de mensen,
trekken de kwade neigingen naar buiten:
22
hoererij, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht,
boosheid, list, mateloosheid, een boos oog,
godslastering, hoogmoed en onverstand.
23
Al deze boosheden trekken van binnen naar buiten
en die bezoedelen de mens.
Scroll naar boven