1 Koningen 19,19-21

 


19
Hij (Elia) ging vandaar
en vond Elisa de zoon van Safat;
deze was aan het ploegen
met twaalf span [runderen] voor zich uit
zelf was hij bij het twaalfde.
Toen Elia aan hem voorbij ging
wierp hij zijn mantel op1 hem.
20
Hij verliet de runderen
en rende achter Elia aan
en zei:
Laat mij toch mijn vader en moeder kussen
en achter u aan gaan!
Hij zei tot hem:
Ga, keer om2
want wat heb ik je gedaan?!3
21
Toen keerde hij om4 van achter hem aan
nam het [ene] span runderen
slachtte het
en op het ploeghout der runderen kookte hij hun vlees;
hij gaf [het] aan het volk, en zij aten.
Toen stond hij op, ging achter Elia aan
en werd zijn assistent.
 

Noten

  1. Het gaat niet aan, hier ‘naar hem toe’ te vertalen: het gaat niet om een achteloos toegegooid kledingstuk, maar om het aanwijzen van Elisa als opvolger, vlg. vs. 16.↩︎

  2. Is dit een afwijzing van Elisa’s voorstel om eerst afscheid te komen nemen? Dat zou kunnen, vgl. bijv. Mat. 8,21 waar Jezus ook dat respijt niet gunt aan een volgeling-in-spe.↩︎

  3. Wat heb ik je gedaan — de vertaling is niet moeilijk, de interpretatie wel. Wijst Elia, hier Elisa’s omweg via zijn ouders af, en maakt hij hem hier duidelijk dat hij dan blijkbaar niet beseft wat die mantel betekent (aldus Karel Deurloo)? Of, alternatief: beseft Elia ineens, wat deze roeping eigenlijk van Elisa vraagt, en aarzelt hij om hem dit juk op te leggen — vgl. zijn eigen ‘burn out’ ervaringen aan het begin van dit hoofdstuk.↩︎

  4. De spanning wordt erin gehouden: zou Elisa inderdaad omkeren en blijven bij zijn boerenbestaan? Maar nee, hij breekt daarmee. (Ka-rel Deurloo). Blijkbaar wordt deze afscheidsbarbecue hem door Elia wel ge-gund, juist omdat die in het teken staat van het stoppen met dit bedrijf: het klaarmaken van runderen op het ploeghout is een krachtig beeld voor het ‘ver-branden van schepen achter je.’ Voor Elisa is er nu geen weg terug meer.↩︎

Scroll naar boven