Lucas 7,11-17

 


11
Het geschiedde daarna
dat hij verder trok naar een stad, genaamd Naïn
en met hem trokken zijn leerlingen en een grote menigte mee.
12
Toen hij de poort van de stad naderde
zie, er werd juist een gestorvene uitgedragen,
eniggeboren zoon van zijn moeder, die weduwe was;
en een aanzienlijke1 menigte uit de stad was met haar.
13
Toen de heer haar zag
werd hij om haar bewogen
en hij zei haar:
ween niet!
14
Hij kwam naderbij,
raakte de lijkkist aan
— de dragers stonden stil –
en zei:
jongen, ik zeg je: sta op!
15
En de dode ging rechtop zitten
en begon te spreken
en hij gaf hem aan zijn moeder.2
16
Allen werden bevangen door ontzag3
en zij verheerlijkten God, zeggend:
een groot profeet is onder ons opgestaan
en
God heeft naar zijn volk omgezien.
17
Dit woord4 over hem ging uit
over heel Judea
en over de hele omtrek.
 

Noten

  1. Eig. voldoende, toereikend. In verband met ‘menigte’ leek mij ‘aanzienlijk’ beter passen.↩︎

  2. Citaat uit 1Kon. 17: 23↩︎

  3. Liever ontzag dan vrees, omdat hier Godsvrees in positieve zin wordt bedoeld; zie het vervolg van de zin.↩︎

  4. Er staat ‘logos’ in de grondtekst. “Verhaal” of “gerucht” voldoen m.i. niet, daarom maar liever dichtbij de grondtekst blijven.↩︎

Scroll naar boven