Genesis 6,11-22

 


11
1 Verdorven werd de aarde voor Gods aangezicht
vervuld werd de aarde van geweld.
12
God zag de aarde
en zie, zij was verdorven
ja, verdorven had alle vlees zijn weg op de aarde.
13
God zei tot Noach:
Het einde van alle vlees is gekomen voor mijn aangezicht:
wegens hen is de aarde vol van geweld.
Zie, ik ga hen verderven, met de aarde.
14
Maak je een ark van goferhout
met vakken moet je de ark maken
en haar van binnen en van buiten bepekken met pek.
15
Zo zul je haar maken:
driehonderd el wordt de lengte van de ark, vijftig el haar breedte
en dertig el haar hoogte.
16
Een kap maak je voor de ark
tot een el eroverheen.
De deur van de ark zet je in de zijkant ervan.
Met een onderste
een tweede en een derde laag maak je haar.
17
En zie, ik laat de vloed komen
wateren over de aarde
om te verderven alle vlees waarin levensgeest is
weg van onder de hemel.
Al wat op de aarde is zal bezwijken.
18
Maar ik richt mijn verbond met jou op:
jij zult binnengaan in de ark
jij, je zonen, je vrouw en de vrouwen van je zonen met jou.
19
Van al wat leeft, van alle vlees
van alles twee zul je laten binnengaan in de ark
om ze in leven te houden met jou.
Mannelijk en vrouwelijk zullen zij zijn.
20
Van het gevogelte naar zijn aard
van het vee naar zijn aard
van al het krioelend gedierte van de akker naar zijn aard
van alles twee zullen naar je toekomen —
om ze in leven te houden.
21
En jij
neem je van alle eten dat wordt gegeten, verzamel het bij je;
het zal voor jou en voor hen tot eten zijn.
22
En Noach deed
naar al wat God hem had geboden
zo deed hij.
 

Noten

  1. Vertaling: SHA↩︎

Scroll naar boven