Matteüs 17,14-20
- Vertaling: Rochus Zuurmond
- voor 28 augustus 2011: 11e van de zomer (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 17,14-20
Een zoon van een mens die vreselijk lijdt…
“De zoon des mensen zal moeten lijden”, zo klinkt het in de lijdensaankondiging van Matteus 17:12. Direct daarop volgt het verhaal van een mens… met een zoon… die vreselijk lijdt. Wat kúnnen (dunamis) de leerlingen doen tegenover dit lijden? Wat is er nodig om bij dit lijden als leerling iets te kúnnen doen?
Noten
-
In 17:12 is sprake van de mensenzoon. Hier is sprake van een mens… met een zoon. De mensenzoon, en de zoon van deze mens lijken naar elkaar te verwijzen. Wie is wie? – zo lijkt de vraag. Door simpel met ‘iemand’ te vertalen, zoals de NBV, verdwijnt de relatie tussen het lijden van de mensenzoon, en het lijden van de zoon van de mens in deze perikoop↩︎
-
hij heeft epilepsie↩︎
-
Kernwerkwoord uit de lijdensaankondigingen – Mt. 16:21, 17:12. Verder gebruikt door de vrouw van Pilatus↩︎
-
letterlijk: slecht↩︎
-
In de genoemde lijdensaankondigingen is sprake van ‘vaak/veel lijden’↩︎
-
Vuur en water, zie o.a. Num 31:23, Ps 66:12, Jes 43:3 en Mt. 3:11↩︎
-
Over ‘dunamis’ / macht gaat het drie keer in deze pericoop: vs 16, 19, 20↩︎
-
‘en zei’↩︎
-
wat zijn jullie voor ongelovige en verkeerde generatie↩︎
-
liever vertaal ik met ‘vertrouwen’, maar hoe vertaal je ‘onvertrouwend’ een beetje mooi?↩︎
-
vanwege vs. 16 en 19 handhaaf ik hier ‘kunnen’↩︎