Matteüs 21,33-43

 


de pachters

De erfgenaam buiten de poort van de wijngaard

33
Luistert naar een andere gelijkenis.
Er was1 een mens, heer des huizes,
zo iemand die een wijngaard plantte,
een muur2 eromheen aanlegde
en er een perskuip3 in uithakte, —
hij bouwde een toren
en verhuurde hem aan landbouwers
en ging weg van zijn volk4 .
34
Toen dan de tijd van de vruchten naderbij was gekomen,
zond hij zijn dienaren naar de landbouwers5
om zijn vruchten te nemen6 .
35
Toen namen7 de landbouwers zijn knechten,
ze ranselden de een af,
doodden de ander
en stenigden de derde.
36
Opnieuw zond hij andere knechten
meer dan de eersten
en zij deden met hen hetzelfde.
37
Tenslotte zond hij hen zijn zoon, zeggend:
Zij zullen mijn zoon ontzien.
38
Maar toen de landbouwers de zoon zagen,
zeiden ze onder elkaar:
Daar is de erfgenaam8 :
kom op! laten wij hem doden opdat wij zijn erfenis hebben9
39
Zij namen hem,
wierpen hem uit de wijngaard
en doodden hem.
40
Wanneer dan de heer van de wijngaard komt,
wat zal hij met die pachters doen?
41
Zij zeggen tegen hem:
De kwaden zal hij op een kwade10 manier te gronde richten11
en de wijngaard zal hij aan andere pachters geven,
zulken die hem de vruchten zullen geven op hun tijd.
42
Jezus zegt tegen hen:
Hebben jullie nooit in de schriften nagelezen:
de steen die de bouwers onbruikbaar verklaarden,
die is geworden tot kop van de hoek –
vanwege de Heer is dat geschied
en het is verwonderlijk in onze ogen’?12
43
Op grond daarvan zeg ik jullie
dat het koningschap van God van jullie zal worden afgenomen
en aan een volk gegeven zal worden
dat zijn vruchten voortbrengt.
 

Noten

  1. Niet zoals NBV “er was eens” dan wordt het een sprookje↩︎

  2. φραγμός het afsluiten, (om)heining, scheidsmuur, hindernis Cf. Ef. 2:14↩︎

  3. ληνός, zo ook in Op. 14:19,20 en Op. 19:15 (daar samen met de ijzeren staf uit Ps. 2:9) als teken van het oordeel↩︎

  4. ἀποδημέω letterlijk: weggaan van zijn volk, zo ook in Mat. 25:15, de laatste gelijkenis van Jezus voordat hij aan zijn lijden begint, dus letterlijk van zijn volk weggaat. Zo ook in Mar. 12:1 en Luc. 15:13, 20:9, de wijngaard en de verloren zoon↩︎

  5. γεωργός letterlijk: grondbewerker↩︎

  6. Beide keren λαμβάνω direct na elkaar: in plaats van het nemen van de vruchten, worden de knechten genomen. In NBV vervalt deze aardige aansluiting door: “vruchten in ontvangst nemen” en “grijpen”↩︎

  7. Beide keren λαμβάνω direct na elkaar: in plaats van het nemen van de vruchten, worden de knechten genomen. In NBV vervalt deze aardige aansluiting door: “vruchten in ontvangst nemen” en “grijpen”↩︎

  8. De erfgenaam buiten de poort gebruikt als verwijzing naar Jezus: Heb. 1:1vv en Heb. 13:12vv↩︎

  9. σχῶμεν ἔχω hebben of houden, “opstrijken” (NBV is wel heel populair….. SV: “aan ons behouden”↩︎

  10. Κακοὺς κακῶς opnieuw mooi identiek woordgebruik: kwaden (NBV “onmensen”!) op een kwade manier (NBV: “mensonwaardig”)↩︎

  11. ἀπόλλυμι doden, verderven, vernietigen, verwoesten↩︎

  12. Cf. Ps. 118:22,23↩︎

Scroll naar boven