Matteüs 5,1-12
- Vertaling: Klaas Eldering
- voor 1 november 2011: Allerheiligen (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 5,1-12
Zaligsprekingen
1
Jezus zag de menigten en ging de berg op.
Toen hij zich neergezet had,
kwamen zijn volgelingen bij hem.
2
Hij nam het woord
en onderrichtte hen:
3
Gezegend de armen van geest:
van hen is het hemelse rijk!
4
Gezegend wie lijden:
zij zullen worden getroost!
5
Gezegend de zachtaardigen:
zij zullen de aarde beërven!
6
Gezegend wie hongeren en dorsten naar gerechtigheid:
zij zullen worden verzadigd!
7
Gezegend wie zich ontfermen:
zij zullen ontferming ontvangen!
8
Gezegend wie zuiver van hart zijn:
zij zullen God zien!
9
Gezegend de vredestichters:
kinderen van God zullen ze heten!
10
Gezegend wie worden vervolgd omwille van gerechtigheid:
van hen is het hemelse rijk!
11
Gezegend jullie als ze je uitschelden en nazitten
en lelijks over je zeggen vanwege mij:
12
wees blij en jubel,
want je loon is groot in de hemel;
net zo hebben ze vóór jullie
de profeten nagezeten!