Ezechiël 36,33-38

 


33
Zo1 zegt de heer JHWH:
Op de dag dat ik jullie reinig van al jullie schulden,
zal Ik de steden weer laten bewonen
en zullen de puinhopen herbouwd worden.
34
Het verwoeste land zal weer bewerkt worden
in plaats van een woestenij te zijn
voor het oog van iedere voorbijganger.
35
Dan zal men zeggen:
‘Dat land dat verwoest was, is geworden als de tuin van Eden.
De steden die, verwoest en vernield, in puin lagen
zijn weer versterkt en bewoond.’
36
Dan zullen de volkeren
die om jullie heen resteren,2
weten dat Ik, JHWH, herbouwd heb wat vernield was
en beplant heb wat verwoest was.
Ik, JHWH, heb gesproken en zal het doen.
37
Zo zegt de heer JHWH:
Verder zal Ik Mij door Huize Israël dit laten vragen
om voor hen te doen:
hen talrijk [te maken] als [een kudde] kleinvee aan mensen,
38
als [aan JHWH] gewijd kleinvee, als kleinvee op Jeruzalems feesten:
zo vol zullen de verwoeste steden zijn met kudden mensen.
En zij zullen weten, dat Ik JHWH ben.
 

Noten

  1. Vert. Amstelpreekteam, bew. Evert van den Berg↩︎

  2. Hier klinkt de rest mee die de catastrofe van de ballingschap heeft overleefd.↩︎

Scroll naar boven