2 Samuël 23,1-7

 


Vertaling: Joop Zuur

1 Dit zijn de laatste woorden van David

Spreuk van David de zoon van Jesse

Spreuk van de held die hoog werd verheven

Gezalfde van de God van Jakob

lieflijk in de psalmen van Isra’l.

2 De Geest van de Heer spreekt in mij

zijn woord [is] op mijn tong.

3 Gesproken heeft de God van Isra’l

Tot mij sprak de rots van Isra’l:

Een rechtvaardig heerser over de mensheid

Een heerser in de vreze voor God

4 is als een licht in de morgen.

De zon komt op

een morgen zonder mist.

Vanuit de glans na de regen wordt de aarde groen.

5 Want is zo niet mijn huis bij God?

Een eeuwig verbond stelde hij immers voor mij

geordend, van alles voorzien1 en bewaard.

Ja, heel mijn bevrijding en heel mijn lust

zal hij die niet doen ontspruiten?

6 Maar die van Belial :2 ze worden als doornen weggeworpen

met de hand worden ze immers niet gegrepen.

7 Als iemand ze wil oppakken

hij voorziet zich van ijzer of hout van een speer

en in vuur branden ze, verbrand worden ze ter plaatse.3

Noten

1: Met een knipoog naar de middeleeuwse samenvatting van rabbijnse commentaren: ‘Sjulchan Aroekh’ de Torah als rijkelijk bedekte tafel

2: Letterlijk: het nietswaardige

3: Naardense Bijbel en Lysowski verwijzen naar het werkwoord שׁבת

Hier is gekozen voor ישׁב zoals BR, NBG en NRSV

Scroll naar boven