Hebreeën 10,5-10

 


5
Daarom zegt hij, terwijl hij komt naar de wereld:
Offerfeest en offergave hebt gij niet gewild1,
maar gij hebt mij een lichaam2 gegeven.
6
Brandoffers en zondoffers3 behaagden u niet.
7
Toen zei ik:
Zie ik kom!
In de boekrol staat over mij geschreven God,
dat ik uw wil zal doen.
8
Hogerop zegt hij:
offerfeesten en offergaven,
brandoffers en zondoffers:
gij hebt ze niet gewild,
zij behaagden u niet,
ook al worden ze gebracht overeenkomstig de wet.
9
Dan heeft hij gezegd:
Zie ik kom om uw wil te doen.
Hij stelt het eerste buiten werking
om het tweede te doen gelden.
10
In deze wil zijn wij geheiligd
door de offergave van het lichaam van Jezus Christus,
eens en voorgoed.
 

Noten

  1. Cf. Ps. 40:7-9↩︎

  2. σωμα in LXX (in B (Vaticanus, IV), S (Sinaïticus, IV) en A (alexandrinus, V). Ga (Psalterium Gallicanum, IV-IX) heeft ὠτία, oren↩︎

  3. Cf. Lev. 4,14v↩︎

Scroll naar boven