Romeinen 15,2-13

 


1
Wij als sterken behoren de zwakheden
van de niet-sterken te dragen –
en dat niet om onszelf een genoegen te doen:
 
2
laat ieder van ons z’n naaste genoegen schenken
tot het goede, tot opbouw.
 
3
Want ook Christus zocht geen genoegen voor zichzelf,
maar, zoals geschreven staat:
de verwijten van hen die U verwijten maken,
zijn op mij gevallen.
 
4
Want alles wat eerder geschreven werd,
is tot onze lering geschreven,
opdat wij door volharding
en door de vertroosting van de Schriften
de hoop zouden behouden.
 
5
Moge de God van de volharding en van de vertroosting
jullie geven
onder elkaar hetzelfde te bedenken
— overeenkomstig Jezus Christus –
 
6
opdat jullie eensgezind, met één mond,
God en de Vader van onze Heer Jezus Christus mogen prijzen.
 
7
Aanvaard elkaar daarom
zoals ook Christus jullie heeft aanvaard –
tot eer van God.
 
8
Want ik zeg dat Christus
dienaar van de besnijdenis is geworden
vanwege Gods waarheid,
om de beloften van de vaderen te bekrachtigen,
 
9
èn om de naties God te laten prijzen
vanwege de barmhartigheid,
gelijk geschreven staat:
daarom zal ik mij tot u bekennen onder de naties
en door uw naam psalmen zingen.
 
10
En weer zegt hij:
verheug u, naties, met zijn volk
 
11
En weer:
looft de Heer, alle naties,
en prijst Hem, alle volken
 
12
En Jesaja zegt weer:
de wortel van Jesse zal er zijn –
een die opstaat om over de naties te heersen;
op hem zullen de naties hopen.
 
13
De God van de hoop moge jullie vervullen
met alle vreugde en vrede in het geloven,
zodat jullie overstromen van hoop,
door de kracht van de Heilige Geest.
 
Scroll naar boven