1 Petrus 3,14-22

 


14
Maar ook al moet u lijden omwille van de gerechtigheid:
zalig bent u!
Hebt geen vrees voor
waar zij u vrees mee aanjagen,
laat u evenmin in verwarring brengen.
15
Heiligt de heer, de Christus in uw harten,
altijd tot verantwoording bereid jegens ieder
die een woord van u vraagt
over de hoop die in u is.
16
Maar met zachtheid en vrees,
met een goed geweten,
opdat zij
die uw goede wandel in Christus smaden
beschaamd mogen staan vanwege hun laster.
17
Want het is beter om,
mocht God dat willen,
te lijden terwijl men goed doet,
dan terwijl men kwaad doet.
18
Immers, ook Christus heeft eenmaal vanwege zonden geleden,
als rechtvaardige voor onrechtvaardigen
om u tot God te brengen.
Hij, gedood in het vlees,
levend gemaakt in de geest.
19
In de geest is hij ook aan de geesten in de kerker gaan preken,
20
aan hen die eertijds onwillig waren,
toen in de dagen van Noach
de lankmoedigheid van God talmde,
terwijl de ark gereed gemaakt werd,
waarin enkele weinigen, namelijk acht zielen,
door het water heen werden gered.
21
Nu redt u, als tegenbeeld daarvan, de doop.
Deze is niet een afleggen van het vuil van het vlees,
maar een bede van een goed geweten tot God,
op grond van de opstanding van Jezus Christus.
22
Hij is aan de rechterhand van God,
opgestegen ten hemel
terwijl engelen en machten en krachten aan hem zijn onderworpen.
Scroll naar boven