Efeziërs 3,1-12

 


het geheimenis van de Messias

1
Om die reden ben ik, Paulus, voor jullie, heidenen,
de gevangene van de Christus, Jezus,
2
-jullie hebben toch wel gehoord
over de bediening van de genade,
die mij voor jullie door God verleend is?
3
Want volgens een openbaring
is het geheimenis mij bekend geworden,
zoals ik in het kort hiervoor beschreven heb,
4
en jullie lezende je een begrip kunnen vormen
van mijn inzicht in het geheimenis van de Christus,
5
wat in andere generaties
aan de mensenkinderen niet bekend is geweest,
zoals nu geopenbaard is door de Geest
aan zijn heilige apostelen en profeten,
6
dat ook de heidenen
mede-erfgenamen, mede-lidmaten en mede-deelgenoten
van de belofte in Christus Jezus zijn,
door het evangelie,
7
waarvan ik een dienaar geworden ben,
naar de gave van Gods genade, aan mij verleend,
8
naar de werking van zijn kracht.
 
Aan mij, de minste van alle heiligen,
is zijn genade gegeven,
om aan de heidenen het evangelie te verkondigen,
9
de onnaspeurlijke rijkdom van Christus,
en in het licht te stellen
wat de bediening van het geheimenis is,
dat voor eeuwen verborgen is geweest,
10
in de God, die alles geschapen heeft,
opdat nu aan de overheden en de machten in de hemelen,
de veelkleurige wijsheid van God bekend gemaakt zal worden,
door de gemeente,
11
naar een voornemen van eeuwen her,
dat daad geworden is,in Christus Jezus, onze Heer,
12
door wie wij het burgerrecht en de toeleiding in vertrouwen hebben,
vanwege zijn geloof. (of: het geloof aan hem).
13
Daarom vraag ik jullie, niet nalatig te worden
in mijn verdrukkingen voor jullie,
die jullie tot eer zijn.
Scroll naar boven