Matteüs 22,41-46
- Vertaling: Klaas Eldering
- voor 30 maart 2014: 4e van de 40 dagen (A-jaar)
- uit Matteüs: Matteüs 22,41-46
41 Toen de Farizeeën samengekomen waren
bevroeg Jezus hen
42 en zei:
`Wat denken jullie van de Messias?
Van wie is hij een zoon?´
Zeggen ze tot hem:
`Van David´.
43 Zegt hij tot hen:
`Hoe kan David dan in de geest
hem Heer noemen, waar hij zegt:
44 `De Heer sprak tot mijn Heer:
zit aan mijn rechterhand
tot ik je vijanden leg
onder jouw voeten´? [Ps. 110,1]
45 `Als nu David hem Heer noemt,
hoe is hij dan zijn zoon?´
46 En niemand was in staat
hem een woord te antwoorden
en vanaf die dag durfde niemand
hem meer te bevragen.