Romeinen 15,4-13

 


eenheid vanwege de schriften

De tegenstelling van de sterken en de zwakken, gaat over op die tussen joden en christenen

4
Want alles wat vroeger is geschreven —
tot onze lering is het geschreven,
opdat wij door volharding1 en vertroosting2 van de Schriften,
hoop zouden hebben.
5
Geve de God van de volharding en de troost jullie
eensgezind onder elkaar te zijn naar3 Christus Jezus
6
opdat jullie eendrachtig,4 eenstemmig5
de God en vader van onze heer Jezus Christus verheerlijken.
7
Daarom aanvaardt elkaar6,
zoals ook Christus jullie heeft aanvaard7 tot eer van God.
8
Want ik zeg dat Christus dienaar is geworden van de besnijdenis8
vanwege Gods waarheid,
ter bevestiging9 van de beloften10 der vaderen11
9
en de naties12 vanwege de barmhartigheid
God zouden verheerlijken,
zoals geschreven staat:
daarom zal ik je onder de naties13 belijden
en je naam psalmzingen14
10
en verder zegt hij:
verheugt je naties15 samen met zijn volk16
11
en weer:
looft alle naties17 de heer
en prijst hem alle volken.18
12
En weer zegt Jesaia:
er zal een wortel van Jesse zijn
en hij is degene die opstaat om te heersen over de naties19
op hem zullen de naties20 hopen.21
13
Moge de God van hoop jullie vervullen
met volle blijdschap en vrede in vertrouwen,
opdat jullie overvloeien22 van hoop
in de kracht van heilige Geest.
 

Noten

  1. upomonè — standvastigheid, geduld, lijdzaamheid > volharding, m.n. in het verdragen van het kwade↩︎

  2. paraklèsis — er bij roepen cf. advocatus; aan– of vermaning, opwekking, dringende oproep, bemoediging, troost; cf Hand9:31, Rom15:5, 2Kor1:3↩︎

  3. kata — zo SV; Münchener NT: gemäsz; Chouraqui: selon; Naardense Bijbel: overeenkomstig; NBV: die CJ van ons vraagt↩︎

  4. omothumados — eensgezind, eenstemmig↩︎

  5. lett: met één mond↩︎

  6. Barth Römerbrief: haltet Gemeinschaft miteinander↩︎

  7. Barth: Gemeinschaft gewährt↩︎

  8. peritomè — besnijdenis hier letterlijk gemeend [Barth: der Beschnittenen] NBV: dienaar van de Joden geworden↩︎

  9. bebaiow — bevestigen, borg staan, vastmaken↩︎

  10. epaggelia — belofte, aankondiging, verkondiging↩︎

  11. Barth: damit … verwirklicht würden↩︎

  12. ethnos; Naardense Bijbel: heidenen; Münchener NT: Heiden; Chouraqui: nations↩︎

  13. ethnos↩︎

  14. Ps17:50↩︎

  15. ethnos↩︎

  16. laos, Naardense Bijbel: gemeente; Münchener NT: Volk; Choraqui: peuple; Dt32:43↩︎

  17. ethnos↩︎

  18. laoi; Ps117:1↩︎

  19. ethnos↩︎

  20. ethnos↩︎

  21. Jes11:10↩︎

  22. perisseuw — overtollig, overvloedig zijn, uit– toenemen, uitmunten↩︎

Scroll naar boven