Kolossenzen 1,1-23

 


Een lastig te vertalen tekstgedeelte. Nadat ik zelf alles eerst woordelijk vertaald had, liep ik bij het bewerken daarvan om er fatsoenlijk en begrijpelijk Nederlands van te maken, steeds vast. Ik vind dat de NBV daar wel goed in geslaagd is en daarom heb ik die vertaling als uitgangspunt genomen en nu, omgekeerd, daarin enkele wijzigingen aangebracht op grond van het Grieks. De belangrijkste daarvan zijn de vertaling van sarks in v. 22 en ekklesia in 18.

1
Van Paulus, door Gods wil apostel van Christus Jezus,
en van onze broeder Timoteüs.
2
Aan de heilige en getrouwe broeders (en zusters) in Christus in Kolosse:
Genade zij u en vrede van God, onze Vader.
3
In al onze gebeden danken wij God, de Vader van onze Heer Jezus Christus,
voor u,
4
want we hebben gehoord van uw vertouwen in Christus Jezus
en uw liefde voor alle heiligen,
5
omdat u hoopt op wat in de hemelen voor u gereedligt.
Daarover hebt u gehoord toen aan u de waarheid verkondigd werd
6
en het evangelie u bereikte.
Overal in de wereld draagt het vrucht en groeit het,
ook bij u,
vanaf de dag dat u over Gods genade hoorde
en de ware betekenis ervan begreep.
7
Onze geliefde medewerker Epafras,
die zich als trouw dienaar van Christus voor u inzet,
heeft u daarin onderwezen.
8
En hij heeft ons verteld over de liefde die de Geest in u opwekt.
9
Daarom bidden wij onophoudelijk voor u,
vanaf de dag dat we dat gehoord hebben.
Wij vragen dat u Gods wil ten volle mag leren kennen
door de wijsheid en het inzicht die zijn Geest u schenkt.
10
Dan zult u leven zoals het past tegenover de Heer,
hem volkomen welgevallig.
U zult vrucht dragen door al het goede dat u doet,
uw kennis van God zal groeien
11
en u zult door zijn luisterrijke macht de kracht ontvangen
om alles vol te houden en alles te verdragen.
12
Breng dus met vreugde dank aan de Vader.
Hij stelt u in staat om te delen in de erfenis
die alle heiligen wacht in het licht.
13
Hij heeft ons gered uit de macht van de duisternis
en ons overgebracht naar het rijk van zijn geliefde Zoon,
14
die ons de verlossing heeft gebracht, de vergeving van onze zonden.
 
15
Beeld van God, de onzichtbare, is hij,
eerstgeborene van heel de schepping:
16
in hem is alles geschapen,
alles in de hemel en alles op aarde,
het zichtbare en het onzichtbare,
vorsten en heersers, machten en krachten,
alles is door hem en voor hem geschapen.
17
Hij bestaat vóór alles en alles bestaat in hem.
18
Hij is het hoofd van het lichaam, de gemeente.
Oorsprong is hij,
eerstgeborene van de doden,
om in alles de eerste te zijn.
 
19
In hem heeft heel de volheid willen wonen
20
en door hem en voor hem alles met zich willen verzoenen,
alles op aarde en alles in de hemel,
door vrede te brengen met zijn bloed aan het kruis.
 
21
Eerst was u van hem vervreemd
en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind,
22
maar nu heeft hij u in zijn vleselijke lichaam
door de dood verzoend
om u heilig, zuiver en onberispelijk bij zich te brengen.
23
Maar dan moet u blijven geloven,
onwrikbaar gegrondvest zijn in de hoop die het evangelie brengt,
het evangelie dat u gehoord hebt
en dat aan alle schepselen onder de hemel verkondigd is,
en waarvan ik, Paulus, de dienaar ben geworden.
Scroll naar boven