Romeinen 11,33-36

 


Klein loflied

33
O diepte van rijkdom
en wijsheid en kennis van God;
hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen
en onnaspeurlijk zijn wegen!
34
want
wie kent het denken van de Heer
of wie is zijn raadsman geworden?1
35
Of wie heeft hem ooit iets gegeven
dat hem teruggegeven zou moeten worden?2
36
Want uit hem en door hem en tot hem
zijn alle dingen;
Hem zij de heerlijkheid3 tot in eeuwigheid.
Amen
 

Noten

  1. Jes. 40: 13↩︎

  2. Job 41: 3↩︎

  3. van doxa, dat in het Hebreeuws ‘kabod’, zwaarte, betekent. Dat wat hem toekomt, zijn gewicht.↩︎

Scroll naar boven