2 Korintiërs 5,14-21

 


14
Want de liefde van Christus grijpt ons aan1,
omdat wij dit hebben vastgesteld}2,
dat één voor allen is gestorven,
daarom zijn allen gestorven,
15
en voor allen stierf3 Hij,
opdat zij,
die leven,
niet langer voor zichzelf leven,
maar voor Hem
Die voor hen stierf en werd opgewekt.
16
Zo kennen wij van nu aan niemand naar het vlees;
zelfs als wij al Christus naar het vlees kenden,
nu kennen we Hem zo niet langer.
17
Want als iemand in Christus is,
dan is hij een nieuwe schepping;
het oude is voorbijgegaan,
zie het nieuwe is gekomen;
18
al deze dingen zijn uit God,
die door Christus ons met Zich verzoend heeft
en ons de bediening van de verzoening gaf,
19
dat is:
in Christus de wereld met zichzelf verzoenende was,
door niet toe te rekenen aan hen hun overtredingen
en dat Hij aan ons het woord der verzoening heeft toevertrouwd.
20
Daardoor zijn wij dus gezanten voor Christus,
alsof God zijn vermaning spreekt door ons;
in de naam van Christus dringen wij erop aan:
laat u met God verzoenen.
21
Hem,
die niet zonde kende,
maakte Hij voor ons tot zonde,
opdat wij in Hem zouden worden
gerechtigheid Gods.
 

Noten

  1. συνέχω, grijpen, aangrijpen, controleren↩︎

  2. κρίνω, oordelen, concluderen, besluiten –> tot het in zicht komen, vaststellen↩︎

  3. Ik heb de aoristus in deze perikoop zo veel mogelijk als verleden tijd vertaald — niet als (on)voltooid deelwoord.↩︎

Scroll naar boven