Lucas 9,51-62

 


Wie is geschikt voor het Koninkrijk?

51
En het geschiedde
toen de dagen van zijn opneming in vervulling gingen
dat hij zijn aangezicht stevig gericht hield
op het reizen naar Jeruzalem,
52
en hij zond boden voor zijn aangezicht uit.
En zij gingen op reis
en kwamen in een dorp van Samaritanen
om zijn komst voor te bereiden;
53
maar zij ontvingen hem niet,
omdat zijn aangezicht gericht was
op het reizen naar Jeruzalem.
54
Toen de leerlingen Jacobus en Johannes dat zagen, zeiden ze:
Heer, wil je dat we zeggen
Vuur zal van de hemel neerdalen en hen verteren?1
55
Maar hij keerde zich om en bestrafte hen.
56
En ze reisden verder naar een ander dorp.
 
57
En terwijl ze verder reisden zei iemand onderweg tot hem:
Ik zal je volgen waar je ook heengaat.
58
En Jezus zei hem:
De vossen hebben holen
en de vogels van de hemel nesten,
maar de mensenzoon heeft geen [plek]
waar hij het hoofd kan neerleggen.
59
Hij zei tot een ander:
Volg mij.
Maar hij zei:
Sta me toe, dat ik eerst heenga
om mijn vader te begraven.
60
Hij zei tot hem:
Laat de doden hun eigen doden begraven,
maar ga jij heen en verkondig het koninkrijk van God.
61
Weer een ander zei:
Ik zal je volgen Heer;
maar sta me toe eerst afscheid te nemen van mijn huisgenoten.
62
Maar Jezus zei tot hem:
Niemand die de hand aan de ploeg slaat
en achterom kijkt
is inzetbaar voor het koninkrijk van God.
 

Noten

  1. 2 Kon. 1: 10 – 12↩︎

Scroll naar boven