Deuteronomium 6,1-9
- Vertaling: Piet van Midden
- voor 25 oktober 2020: 6e van de herfst (A-jaar)
- uit Deuteronomium: Deuteronomium 6,1-9
Hoor, Israël!
Noten
-
מִשְׁפָּט wordt vaak gebruik in de zin van (bepaald niet vrijblijvend) ‘gebruik’↩︎
-
Dit is duidelijk geen finaal לְ, zoals bij li’tah en לַעֲשֹׂ֣ות in de voorafgaande tekst↩︎
-
Een vrijere vertaling ‘opdat u een lang leven zult hebben’ is hier niet aan te raden vanwege het teruggrijpen op de ‘dagen’ in de vorige regel.↩︎
-
Het perf. cons. grijpt niet direct terug op een imperatief. Daarom zie ik hier af van een imperatief, die je in veel vertalingen vindt; bovendien vind je die imp. wel in 6:4 en die komt zo ook beter uit als markeringspunt.↩︎
-
ma>od, waarvan ook het adjectief מְאֹד is afgeleid, is uitstekend met vermogen weer te geven omdat het gaat om lichamelijke, geestelijke én financiële vermogens.↩︎
-
De pi’elvorm benadrukt hier niet alleen maar onderstreept vooral het iteratieve karakter↩︎
-
Je kunt ook vertalen ‘met hen’↩︎