Lucas 12,35-40

 


35
Laten uw lendenen omgord zijn
en de lampen brandende.
36
En jullie-zelf weest gelijk aan mensen
die wachten op hun Heer die terugkeert1 van het bruiloftsfeest,
zodat, als hij komt en klopt,
ze terstond voor hem zullen opendoen.
37
Zalig die knechten2
wanneer de heer hen vindt wakende.
Voorwaar ik zeg jullie dat hij zich zal omgorden
en hen zal doen aanliggen
en hij zal komen om hen te bedienen.
38
en als hij in de tweede
of in de derde wacht komt
en hen vindt,
zalig zijn zij.
39
Maar weet dit:
als de heer van het huis geweten had op welk uur de dief zou komen,
hij zou zijn huis niet verlaten hebben om ingebroken te worden
40
en weest dus bereid,
want op het uur waaraan jullie niet denken,
zal de zoon van de mensen komen.
 

Noten

  1. ἀναλύω kan zowel het vertrekken van het feest of het thuiskomen aanduiden↩︎

  2. letterlijk staat er: slaven↩︎

Scroll naar boven