Lucas 1,26-38
- Vertaling: Frank Wiersma
- voor 20 december 2020: 4e van de Advent (B-jaar)
- uit Lucas: Lucas 1,26-38
Annunciatie
Noten
-
De zesde maand nl van de zwangerschap van Elisabeth, cf vs36↩︎
-
Nazareth: jonge spruit, alleen bij Luc.↩︎
-
παρθένος als maagd laten staan (i.t.t. NBV) vanwege de verwijzing naar omringende wereld waarin godenzonen uit een maagd worden geboren en naar de onvruchtbare aartsmoeders in TNCH↩︎
-
μνηστεύω cf Mat. 1:18 en Luc. 2:5↩︎
-
Davidide cf Mat. 1:20 en Luc. 2:4 en Luc. 3:23. Een eventuele davidische afkomst van Maria komt in het Protoevangelie Jacobi 10:1↩︎
-
Zoals Hanna, Begenadigde, verwijzing ook naar het volgende Magnificat (Luc. 1:46vv) = Lofzang van Hanna (1Sam. 1:5) gesloten moederschoot en (1Sam. 2:1vv) haar loflied↩︎
-
Charis, cf LXX Gen. 6:9 idem over Noach↩︎
-
Cf Mat. 5:9 en Luc. 6:35↩︎
-
ἐπέρχομαι: gebruikt Luc. 7 x in Ev+Hand, bv. Hand. 1:8. Cf. Jes. 32:15 en 1Sam. 16:13↩︎
-
dynamis + pneuma parallellisme: cf. Luc. 1:17, 4:14, Hand. 1:8, 6:5,8, 10:38 waaruit blijkt: de kracht van de allerhoogste = heilige geest↩︎
-
agion is hier apart gezet: kan zowel gekoppeld worden aan gennoomenon als ook aan het volgende uios theou↩︎
-
verwante — Wycliffe heeft er een nichtje van gemaakt↩︎
-
onvruchtbaar in Luc. 1:7; ouderdom pas in Luc. 1:18↩︎
-
Dabar –> rèma, cf Gen. 18:14 Job 42:2; Zach. 8:6↩︎
-
Cf Deurloo/ter Linden Niet zo, p232↩︎