Lucas 12,42-59

 


De keus van het leesrooster, 12,49-56, is merkwaardig. De redevoering van Jezus in reactie op de vraag van Petrus loopt van 12,42-53. Daarna volgt een nieuwe redevoering, nu tot de menigten, 12,54-59. Het leesrooster kiest nu zowel uit de ene als uit de andere redevoering een stukje. Zo hoort dat niet. Ik heb er dan voor gekozen om zowel de ene (tot Petrus) als de andere redevoering (tot de menigten) weer te geven en te vertalen. De voorganger moet maar kiezen welke redevoering hij/zij aan de orde stelt.

42
En de Heer zei:
‘Wie toch is de trouwe, verstandige huisbeheerder,
die de heer zal aanstellen over zijn bediening
om op de juiste tijd het voedselrantsoen te geven?
43
Zalig [is] die dienstknecht die de heer bij zijn komst, alzo doende vindt.
44
Waarlijk, ik zeg jullie:
dat hij hem over alles dat hij bezit, zal aanstellen.
45
Indien evenwel die dienaar in zijn hart zou zeggen:
“Mijn heer stelt zijn komst uit,”
en hij zou de jongens en de meisjes beginnen te slaan,
te eten en te drinken en dronken te worden,
46
dan zal de heer van die dienstknecht komen
op een dag waarop hij het niet verwacht
en op een uur dat hij niet kent,
en hij zal hem in stukken houwen
en hem een plaats toekennen onder de ontrouwen1 .
47
Die dienstknecht dan die de wil van zijn heer kent
en geen voorbereidingen heeft getroffen of tegen zijn wil gehandeld heeft,
zal veel slaag krijgen.
48
Hij echter die niet [de wil van zijn heer] kent,
en gedaan heeft wat slagen waardig zou zijn,
zal weinig slaag krijgen.
Aan een ieder aan wie veel gegeven is,
veel zal van hem verzocht worden;
en aan wie veel is toevertrouwd,
nog meer zullen zij hem vragen.
49
Vuur kwam ik op de aarde werpen.
Wat ik wil, als het al aangestoken is?
50
Ik heb opgelegd gekregen om met een doop gedoopt te worden.
Hoe drukt het op mij, totdat het voltooid is?
51
Menen jullie dat ik gekomen ben om vrede te geven op de aarde?
Neen, zeg ik jullie: veeleer verdeeldheid!
52
Want van nu af zullen er vijf in één huis verdeeld zijn,
drie tegen twee en twee tegen drie.
53
Verdeeld zullen zijn vader tegen zoon en zoon tegen vader,
moeder tegen de dochter en dochter tegen de moeder,
schoonmoeder tegen haar schoondochter en schoondochter tegen de schoonmoeder.’
54
Ook tegen de menigten sprak hij:
‘Wanneer jullie [de] wolk zien opkomen tegen het westen,
dan zeggen jullie gelijk dat er regen komt,
en alzo gebeurt.
55
En wanneer de zuidenwind waait,
dan zeggen jullie dat er hitte zal zijn,
en het gebeurt.
56
Hypocrieten,
de aanblik2 van de aarde en van de hemel weten jullie te keuren.
De juiste tijd dan, hoe komt het dat jullie die niet weten te keuren?
57
Waarom oordelen jullie bij jezelf niet wat rechtvaardig is?
58
Want als je met je tegenpartij naar de autoriteit gaat,
stel je onderweg alles in het werk om van hem los te komen,
opdat hij je niet voor de rechter slepe
en de rechter je overlevert aan de beul
en de beul je in de gevangenis werpt.
59
Ik zeg je:
“Je zult daar niet meer uitkomen
totdat jullie ook de laatste lepton hebt betaald.”’
 

Noten

  1. τὸ μέρος μετὰ τῶν … θήσει, zie BDAG, μέρος 2. ’to assign a place among the …’↩︎

  2. Zie ook Luc. 21,35; Hand. 17,26.↩︎

Scroll naar boven