1 Petrus 1,1-12

 


1
Petrus, apostel van Jezus Christus
aan de vreemdelingen in de verstrooiing
in Pontus, Galatiƫ. Kappadociƫ, Asia en Bityniƫ,
2
naar voorkennis van God de Vader,
in heiliging door de Geest
uitverkoren tot gehoorzaamheid
en besprenging met bloed van Jezus Christus:
moge genade en vrede voor u toenemen.
3
Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus
die door zijn overvloedige genade
ons opnieuw geboren deed worden
tot levende hoop
door de opstanding van Jezus Christus uit de doden,
4
tot een onvergankelijk erfdeel,
onbesmeurd en onverwelkelijk
weggelegd in de hemel
5
voor u die in de kracht van God bewaard bent
door vertrouwen op bevrijding
die gereed ligt tot openbaarwording
in het laatste tijdsgewricht.
6
Verheugt u daarover,
ook al wordt u, als dat zo moet zijn,
voor korte tijd nog verdriet aangedaan
door velerlei beproevingen;
7
Opdat de test van uw geloof veel eervoller dan goud
dat verloren gaat door vuur beproefd wordt bevonden
tot lof en glans en eer in openbaring van Jezus Christus
8
die u liefhebt zonder (Hem) gezien te hebben,
in wie u nu gelooft zonder te zien;
in geloof juicht u met vreugde onuitsprekelijk en verheerlijkt;
9
nu u ontvangt het doel van het geloof, bevrijding van zielen.
10
Over die bevrijding hebben gezocht en nagevorst de profeten
die geprofeteerd hebben over de u ten deel gevallen genade
11
uitzoekende op welk of wat voor tijdsgewricht
de geest van Christus in hen doelde,
toen die vooraf een getuigenis gaf aangaande
het lijden van Christus en de verheerlijking daarna.
12
Aan hen (die profeten) is geopenbaard dat zij niet zichzelf
maar u dienden, (met) dezelfde dingen
die u nu zijn aangekondigd, door wie u
door heilige geestesadem die is uitgezonden uit de hemel,
het evangelie hebben verkondigd,
dingen waarin engelen begeren een blik te slaan.
Scroll naar boven