Genesis 11,1-9

Vertaling

11, 1
De hele aarde nu had één soort uitspraak en één woordenschat.1
2
En het geschiedde toen zij uit het oosten2 wegtrokken
dat zij een vallei vonden in het land Sinear.
En daar vestigden zij zich.
3
Zij zeiden tegen elkaar3:
‘Kom op, laten wij stenen maken van tichels4
en laten we die bakken in een vuur.’5
Die tichel werd voor hen een bouwsteen,6
het asfalt was voor hen de specie.
4
Daarop zeiden ze:
‘Kom op, laten we voor ons een stad bouwen
met een toren waarvan de top tot in de hemel reikt.
Laten we ons daarmee naam maken
zodat we niet verstrooid worden over de gehele aarde.’
 
5
Toen daalde Jhwh af om de stad en de toren te zien
die de mensen begonnen waren te bouwen.7
6
Jhwh zei:
‘Zie, het is één volk met één spraak voor iedereen.
En dit is pas het begin van wat ze gaan doen!
Wel nu, niets zal voor hen nog onmogelijk zijn
van alles wat ze bedenken te gaan doen.
7
Vooruit, laten wij afdalen en daar hun spraak in verwarring brengen
zodat ze elkaar niet meer kunnen verstaan.’8
8
Jhwh verstrooide hen daar vandaan
Over het oppervlak van de gehele aarde
En zij beëindigden de bouw van de stad.9
9
Vandaar de naam Babel,10
omdat daar Jhwh de spraak van de gehele wereld in verwarring bracht
en hen over het oppervlak van de gehele aarde verstrooide.

Noten

  1. Ik heb me afgevraagd hoe ik de hier gebruikte Hebreeuwse woorden consequent kan vertalen. Daarbij merk ik op dat in het voorgaande hoofdstuk 10 (de verzen 5,20 en 31 met steeds dezelfde bewoordingen) ook al wordt gesproken over de verdeling van de nakomelingen van Noach o.a. op grond van hun taal over de aarde. אִ֖ישׁ לִלְשֹׁנֹ֑ו לְמִשְׁפְּחֹתָ֖ם Het viel me op dat daar het Hebreeuws לָשׁוֹן tong wordt gebruikt dat ook met taal wordt vertaald. ִ֖In dit hoofdstuk wordt שָׂפָה gebruikt dat in het woordenboek (Gesenius 18^e^) naast lip als tweede betekenis taal krijgt. Men gebruikte dezelfde woorden en sprak ze ook op dezelfde manier uit. Voor het uitspreken gebruik je zowel lippen als tong. En om elkaar te kunnen verstaan moet dus een zelfde woordgebruik naast verstaanbaarheid (dezelfde uitspraak van de gebruikte woorden) aanwezig zijn. Voor דָּבָר meervoud heb ik daarom gekozen woordenschat te gebruiken.↩︎
  2. Hier verschillen vertalers van mening. Voor het vaak gebruikte oostwaarts volstaat de toevoeging van de he lokale (in Genesis in 13,14; 25,6; 28,14).↩︎
  3. Letterlijk: ‘ieder tegen zijn makker’.↩︎
  4. Broodjes van gelijke stukken klei, soms met stro versterkt om de klei te binden, en gedroogd in de zon.↩︎
  5. De huizen in steden werden gebouwd van in de zon gedroogde klei. In de loop der tijd werden die stenen van gedroogde klei, tichels, verweerd door weersinvloeden en dan werd daar boven op weer een nieuwe laag gebouwd. Het bakken van de klei was een nieuwe ontwikkeling die tot veel stabielere bouwsels zou leiden. De eerste gebakken stenen zijn gevonden in Mesopotamië en dateren van ongeveer 5000 v.Chr. Het duurde echter nog tot circa 3000 v.Chr. voordat ze op grotere schaal als bouwmateriaal werden gebruikt. In eerste instantie werden stenen met de hand gevormd uit een bal klei, maar al snel deed de vormbak zijn intrede, waarmee series stenen gemaakt kunnen worden van (ongeveer) gelijke afmetingen en structuur (ontleend aan Wikipedia).↩︎
  6. Dus door het bakken (branden) net zo hard geworden als een blok natuursteen. LXX gebruikt hiervoor λίθον.↩︎
  7. Het perfectum vertaal ik hier ingressief, het bouwen was nog aan de gang.↩︎
  8. Letterlijk: dat ze niet de een de taal van de ander horen↩︎
  9. LXX voegt hier nog de toren toe.↩︎
  10. Vermoedelijk een woordenspel met de Hebreeuwse woorden בָּבֶל (Babel, Poort Gods) en בָּלַל (werkwoord mengen, meel met olie, door elkaar roeren. Ik dacht zelf nog aan brabbelen als de onverstaanbare taal van peuters. Op zich een mooie manier om de spot te drijven met wat later de wereldstad en het verbanningsoord Babylon zou worden.↩︎
Scroll naar boven