Marcus 1,14-20

Vertaling

14
Nadat Johannes in hechtenis was genomen1
ging Jezus naar Galilea2
om het Evangelie van God te verkondigen.3
15
Hij zei:
Het moment is aangebroken4
en het Koninkrijk van God is nabij gekomen;5
Keer u om
en geloof in het Evangelie.6
16
En toen Hij langs het Meer van Galilea kwam
zag Hij Simon en Andreas, de broer van Simon7
terwijl zij netten in het meer wierpen,8
want zij waren vissers.
17
En Jezus zei tegen hen:
Kom achter Mij aan,9
dan zal ik jullie vissers van mensen maken.10
18
En terstond lieten zij de11 netten achter
en volgden Hem.12
19
En toen Hij nog even verder doorgelopen was
zag Hij Jacob de zoon van Zebedeüs en Johannes, zijn broer,
in de boot bezig met de netten.
20
En terstond riep Hij hen
en zij lieten hun vader Zebedeüs achter in de boot met zijn knechten
en zij vertrokken13 achter Hem aan.

Noten

  1. Mat. 4:12 (Luk. 4:14), Mar. 6:17↩︎
  2. Joh. 4:1-3,(43-46a)↩︎
  3. Mat. 4:17↩︎
  4. Gal. 4:4↩︎
  5. Dan. 7:22, Tob. 14:5↩︎
  6. Mar. 8:35; 10:29; 13:10, Mat. 24:14↩︎
  7. 16-20: Mat. 4:18-22, Luk. 5:1-11↩︎
  8. (tov. Joh. 1:35-51)↩︎
  9. 2Kon. 6:19↩︎
  10. (Jer. 16:16) Ez. 47:10, Mat. 13:47v↩︎
  11. Sommige handschriften hebben ‘hhun netten’..↩︎
  12. Mar. 10:28↩︎
  13. Sommige handschriften hebben: ‘vvolgden Hem’..↩︎
Scroll naar boven