Marcus 9,2-10
- Vierdag: 25-2-2024, 2e van de 40 dagen
- Boek: Marcus
- Perikoop: Marcus 9,2-10
- Vertaler: Leen de Ronde
Inleiding
De transfiguratie van Jezus bevindt zich bij Marcus in het centrum van zijn evangelie, na de belijdenis van Petrus: U bent de Christus! (Mc. 8:29) en tussen de eerste en de tweede aankondiging door Jezus van zijn lijdensweg. De verwijzing naar de opstanding is onmiskenbaar (zie v.9-10), ja deze perikoop biedt aan visuele opstandingselementen meer dan Mc.16.
Vertaling
2
Zes dagen daarna, neemt Jezus Petrus bij zich,
evenals Jacobus en Johannes,
en voert hij hen een hoge berg op1,
in afzondering, zij alleen.
3
4
5
Petrus reageerde en zegt tot Jezus:
‘Rabbi, het is goed dat wij hier zijn,
laten wij drie tenten maken,
één voor u, één voor Mozes en één voor Elia.’
6
Want hij wist niet hoe te reageren.
Want zij waren heel erg bevreesd geworden.
7
8
En plotseling, terwijl zij om zich heen keken,
zagen zij niemand meer,
maar alleen10 Jezus was tussen hen.
9
En terwijl zij van de berg afdaalden,
gebood hij hen,
dat zij niemand zouden vertellen,
wat zij hadden gezien,
niet dan wanneer de Mensenzoon uit de doden zou zijn opgestaan.
Noten
- Het ww anapherein = ook: opdragen, offeren↩︎
- Metamorphomai — van gedaante veranderen↩︎
- lian= zeer↩︎
- gnapheus = wolkammer, volder↩︎
- De Griekse tekst heeft hier een enkelvoud als zijn Mozes en Elia één verschijning.↩︎
- Sjechina, LXX: Ex. 40:35; Ps. 91:4 en Ps. 140:8↩︎
- Driemaal wordt het ww gignomai hier kort achter elkaar gebruikt.↩︎
- Vgl. Exodus 24:16↩︎
- Vgl. Mc. 1:11, daar alleen hoorbaar voor Jezus zelf.↩︎
- Is het herhaalde ‘monos’ van vers 2 en 8 ook bedoeld als verwijzing naar de ENIGE vgl. Dt 32:12 ; Ook van Mozes in Ex. 24:2↩︎
- Kratein = vasthouden, aangrijpen.↩︎
- Kan ook betekenen: onderzoeken of redetwisten.↩︎