1 | letterlijk: zeg |
2 | νήπιός, een klein/heel jong/onschuldig/nog gevoed kind (zelfs mogelijk:) baby |
3 | managers/economen/boekhouders/huismeesters |
4 | προθεσμία: vastgestelde tijd, de stam is: τιθημι |
5 | opnieuw νήπιός |
6 | δουλοω letterlijk: slaaf gemaakt |
7 | ἐξαποστέλλω eruit gezonden |
8 | νομοσ letterlijk: 'wet'. Zo gebeurt het meestal; maar het is verwarrend. Over wat voor wet gaat het hier? Toch de Tora? In overleg met de medevertaler Machteld, is het hier en in vers 5, in navolging van Chouraqui, vertaald als thora. |
9 | υιοι is letterlijk zonen – maar in het meervoud, zoals hier gebruikt wordt, is zowel vrouwelijk als manlijk in het collectieve begrip opgenomen (zie Louw-Nida). Vandaar dat ik ‘kinderen’ prefereer boven het letterlijke ‘zonen’. Oussoren vertaald mooi: zonen-en-dochters. |
10 | Er staat '`υιοσ', zoon. Als consequentie van de keuze in vers 6 hier tot twee keer toe, opnieuw inclusief, gekozen voor 'kind'. Oussoren: zoon-of-dochter |