Galaten 4,1-7
1Ik zeg: zolang de erfgenaam onmondig is
verschilt hij niet van een slaaf, al is hij heer over allen,
2maar hij staat onder voogden en huismeesters
tot de tijd die de vader tevoren bepaald heeft.
3Zo was het ook met ons.
Toen wij onmondig waren, waren wij onderworpen
aan de structuren van de wereld.
4Maar toen de volheid van de tijd gekomen was,
zond God zijn zoon uit
geboren uit een vrouw,
geboren onder de wet,
5om hen die onder de wet waren los te kopen
opdat wij het zoonschap zouden ontvangen.
6Omdat jullie zonen zijn heeft God de geest van zijn zoon
uitgezonden naar onze harten en die schreeuwt uit: abba, vader.
7Dus je bent geen slaaf meer, maar zoon.
Als je zoon bent, dan ook erfgenaam van godswege.
Print deze tekst | vertaling door jaap goorhuis | bij Epifanie ( 2 januari 2022)
Laatste wijziging 2000 01 01 00:00:00
Reacties: nog geen reacties
Andere vertalingen: Gal. 4,1-7 , Gal. 4,1-7 , Gal. 4,1-7 , Gal. 4,1-7