1 | Veel achtergrondinfo vinden we in https://debijbel.nl/bericht/ruth-in-gesprek-met-genesis |
2 | Dit woord מָנֹ֖וחַ ook in Gen. 49,15; Num. 10,33; Deut. 12,9; Richt. 20,43; 2 Sam. 14,17; 1 Kon. 8,56; Jes. 11,10; 28,12; 32,18; 66,1; Jer. 45,3; 51,59; Micha 2,10; Zach, 9,1; Ps. 23,2; 95,11; 132,8 en 14; 1 Kron. 2,52. Interessant is in Deuteronmium de gelijkstelling van het woord aan de erfenis=het land, dat de Heer geeft. |
3 | אֲשֶׁ֣ר, waarvan geldt dat. |
4 | אֲשֶׁ֣ר, waarvan geldt dat |
5 | Hier wordt de prepositie et gebruikt, waarvoor de gebruikelijke vertaling ‘met’ is. |
6 | שִׂמְלֹתַ֛יִךְ, anders dan in vs. 15: הַמִּטְפַּ֧חַת. |
7 | De nif’al die hier staat letterlijk vertaald: jij mag niet gekend worden! |
8 | אֲשֶׁ֣ר, waarvan geldt dat. |
9 | מַרְגְּלֹתָ֖יו alleen hier in vs. 4, 7, 8 en 14: letterlijk: voetplaats. |
10 | בַ-לָּ֔ט, in t’geheim. |
11 | חרד wordt immers ook gebruikt als aanduiding van (beven van) schrik, Gen. 42,28. |
12 | Dezelfde vraag die ook door Naomi aan Ruth gesteld wordt, zie vs. 16. |
13 | Ruth 2,12 waar Boaz tot Ruth zegt: De Here vergelde u uw daad, en uw loon valle u onverkort ten deel van de Here, de God van Israël, onder wiens vleugelen gij zijt komen schuilen. Hier speelt niet de fysieke betekenis (vogels, aarde, kleed, man) zozeer een rol, hoewel die niet ontbreekt. De betekenis gaat terug op die van de ‘gevleugelde zon’ (Egyptische mythologie https://stringfixer.com/nl/Winged_Sun), maar in de BH is het vaak aanduiding van Gods bescherming, Ex. 19,4; Ps 36,8. Ruth 2,12 en 20 vormen met 3,10 en 4,14 een snoer, die het verband leggen tussen Ruth’s daad, de bereidheid van de medespelers om zich aan te sluiten bij haar liefdesdaad, want die weet zich verzekerd van God’s bescherming. |
14 | Zonder lidwoord. Binnen familieverband heeft lossen de functie de weduwe van een overleden broer te trouwen zodat zijn naam niet wordt uitgewist, Deut. 25,5-6. Van lossen is ook sprake in het geval van een tot armoede vervallen familielid, Lev. 25,47. In dit boekje speelt zeker het belang om Naomi te vrijwaren van armoede. Het is dus een middel in familieverband om totale verarming te voorkomen. Ook in Deuterojesaja speelt lossen een grote rol. In Jes. 54,6-8 noemt Jhwh zichzelf een losser, die zich over Israël als verlaten en versmade vrouw, maar ooit een jeugdliefde, ontfermt. In Genesis 38 wordt Tamar onthouden aan Er, haar zwager. In deze beide geschiedenissen is het thema het losser-schap. Veenhof (Over Lossing en Zwagerhuwelijk, Met Andere Woorden, 41/1) maakt duidelijk dat ook speelt het belang van de familie om haar investering (de bruid) niet kwijt te raken. |
15 | Immers, Ruth had het recht om als ‘vrije’ vrouw haar eigen weg te gaan, maar bleef trouw aan haar schoonmoeder, en kiest de weg van het losserschap, zie: Ruth in gesprek met Genesis. |
16 | Aan je doen, אֶֽעֱשֶׂה־לָּ֑ךְ ook in vs. 16. We moeten de uitdrukking samenlezen met de zaak, die Naomi in vs. 1 aan de orde stelt, de rustplaats, in NBV als ‘thuis’ vertaald. Maar het is zoveel meer, zekerheid ook voor Naomi. |
17 | Really, maar dan is ‘inderdaad’ als antwoord op haar opmerking nog beter. |
18 | Deze vraag luidt letterlijk ‘Wie [ben] jij?’ en uit het verband kan opgemaakt worden, dat zij vraagt naar haar welbevinden. In Ex. 3,11 vinden we מִ֣י אָנֹ֔כִי in de mond van Mozes, waar het een uiting van onvermogen is. |
19 | רֵיקָ֖ם, ook Ruth 1, 21 אֲנִי֙ מְלֵאָ֣ה הָלַ֔כְתִּי וְרֵיקָ֖ם הֱשִׁיבַ֣נִי יְהוָ֑ה Dit woord draagt alles mee van het drama, dat zich voltrokken heeft en van de belofte van dit verhaal. Hier is meer bedoeld dan de zes maten gerstemeel! Het woord komt verder voor Gen. 31,42; Ex. 3,21; 23,15; 34,20; Deut. 15,13; 16,16; 1 Sam. 6,3; 2 Sam. 1,22; Jes. 55,11; Jer. 14,3; 50,9; Ps. 7,5; 25,3; Job 22,9. |
20 | Hier staat een yiqtol van het werkwoord נפל in combi met דָּבָ֑ר, uitvallen. |