2 Petrus 1,13-18

 


13
Maar het is gerechtvaardigd, is mijn mening,
voor zolang ik in deze tent1 ben,
u wakker te houden door herinnering,
14
wetende dat nabij is het afleggen2 van de tent,
zoals ook onze Heer Jezus Christus
mij duidelijk heeft gemaakt.
15
Maar ik zal mijn best doen3,
zodat jullie telkens4
na mijn heengaan
in staat bent je deze dingen te herinneren.
16
Want niet hebben wij vernuftig gecreëerde mythen5 nagevolgd
toen wij u bekend maakten
de kracht en de komst van onze Heer Jezus Christus,
maar wij zijn ooggetuigen geweest van zijn majesteit.
17
Want Hij heeft ontvangen van God de Vader
eer6 en heerlijkheid7
toen een stem van zulke een majesteitelijke luister8
tot Hem kwam9 :
Deze is mijn Zoon, mijn geliefde,
in Hem heb ik welbehagen.
18
En deze stem
hebben wijzelf
uit de hemel horen komen10,
toen wij met Hem waren
op de heilige berg.
 

Noten

  1. Het lichaam wordt hier gezien als een tent, misschien om de tijdelijkheid van het menselijk bestaan te benadrukken. Louw/Nida geven voor de uitdrukking: levend zijn.↩︎

  2. αποθεσις = verwijdering / wegnemen door wassen. Louw/Nida: sterven↩︎

  3. inspannen, beijveren, inzetten↩︎

  4. op elk moment/iedere tijd↩︎

  5. verdichtsels, legenden, fabels↩︎

  6. τιμη = eer, respect, status.↩︎

  7. δοξα = glorie, heerlijkheid, helderheid, luister. In de Septuaginta staat in bijna driekwart van de keren δοξα als vertaling van het Hebreeuwse woord פכוך.↩︎

  8. opnieuw δοξα↩︎

  9. ενεχθεισης is het aoristus participium, passief van het werkwoord φερω : dragen, brengen. Letterelijk staat er dus: toen een stem tot hem gebracht werd, maar ‘kwam’ lijkt me de beste vertaling op deze plaats.↩︎

  10. hier ενεχθεισαν, opnieuw de aoristus van φερω↩︎

Scroll naar boven