Hebreeën 6,9-12

 


9
Wij nu zijn overtuigd1
van iets beters in betrekking met jullie,
geliefden:
jullie hebben deel aan de redding,
zelfs terwijl we zo (streng) spreken.
10
Want God is niet zo oneerlijk2
dat Hij over het hoofd ziet3
de daden en de liefde
die jullie hebben gedemonstreerd4 voor zijn naam,
de diensten5 die jullie de heiligen hebben bewezen6,
en nog steeds bewijzen7 .
11
Wij verlangen ernaar
dat ieder van jullie dezelfde ijver blijft demonstreren8
tot verwezenlijking van de hoop
tot aan het einde toe,
12
opdat jullie niet lui9 worden
maar navolgers van hen die
door geloof en geduld
erfgenamen werden van de beloften.
 

Noten

  1. Bijna alle vertalingen halen het slot van dit vers naar voren. Dat laat het verband met de voorafgaande vermaningen zien, maken dat wat milder. Ik laat het echter achteraan staan: dan komt de overtuiging van iets beters veel meer in de aandacht te staan.↩︎

  2. Het staat er echt: onrechtvaardig, oneerlijk!↩︎

  3. ἐπιλανθάνομαι: negeren, over het hoofd zien, vergeten.↩︎

  4. ἐνδείκνυμι: tonen, markeren, demonstreren. Misschien wat te modern, maar het laat wel de tegenstelling zien met wat er verweten worden in de veren die aan deze verzen vooraf gaan.↩︎

  5. Diakonia!!↩︎

  6. Aoristus↩︎

  7. Presens↩︎

  8. De keuze voor dezelfde vertaling als in het voorgaande vers.↩︎

  9. νωθρός: lui, sloom — in de zin van: langzaam en apathisch — traag↩︎

Scroll naar boven